In de eerste sessie van alle drie de werkgroepen is gesproken over het doel, de scope en de voorwaarden van het traject Duurzaam schadeherstel in de keten. De werkgroepen gingen dieper in op hun eigen thema en de bijbehorende materiële onderwerpen om zoveel mogelijk CO2-uitstoot te reduceren en daarmee de ecologische voetafdruk ketenbreed te verlagen.
Bevindingen eerste sessie
Een belangrijke bevinding uit de werkgroepsessies was dat de schadeherstelketen gedifferentieerd is. Naast de scheiding tussen bulkschades en grote schades zijn er verschillen in onder andere type schades (brand-, water-, storm-, vallen/stoten, et cetera) en in type schadeverzekering (opstal- en inboedelverzekering). Dat betekent veel verschillende waardeketens met aparte processtappen. Om die reden hebben de werkgroepen een keuze gemaakt voor een zestal waardeketens waar, naar verwachting, nu de meeste impact kan worden gemaakt:
- Energie materieel - bulk schades - waterschade
- Energie materieel - grote schades - waterschade
- Mobiliteit & Mens - bulk schades - waterschade
- Mobiliteit & Mens - grote schades - brandschade
- Circulariteit - bulk schades - vallen en stoten en overige schades (brand-, water- en stormschade)
- Circulariteit - grote schades - brandschade
Laatste sessies
Op 12 en 14 juni stonden de derde en laatste sessies met de drie werkgroepen (energie materieel, mobiliteit & mens en circulariteit) op de planning. Het streven was dat de zes subgroepen kwamen met de uitwerking van de betreffende waardeketens in een Excelformat met daarin de top drie CO2-uitstoters en de drie bijbehorende verbetermaatregelen. Om te komen tot implementeerbare maatregelen is het de bedoeling dat per verbetermaatregel bij iedere ketenpartner zowel de huidige processtappen (IST) als de nieuwe processtappen (SOLL) uitgeschreven zijn.
Vervolg fase 2 en 3
De drie werkgroepsessies in de eerste helft van dit jaar (fase 1) zijn een opmaat naar de implementatiefase in de tweede helft van dit jaar. Deze start na de zomervakantieperiode vanaf september en duurt tot en met december (fase 2). Schoonmakend Nederland gaat dan verder met zes projectgroepen met elk drie pilotprojecten. Iedere projectgroep bestaat uit een samengesteld projectteam met minimaal één verzekeraar, één expertisedienst en één reconditioneerder. Ter vergroting van de slagkracht bestaan de projectteams uit onderling gecontracteerde ketenpartners.
In deze fase ligt de focus op het doen van nulmetingen van de CO2-uitstoot en de daadwerkelijke implementatie van de verbetermaatregelen. Zodra het verbeterproces is ingericht volgt de executiefase (fase 3). Dan zullen ook 1-metingen van de CO2-uitstoot worden gedaan, om zo het verschil te kunnen aantonen van de reductie van CO2-uitstoot. Dit vindt in de eerste helft van 2025 plaats. Ook wordt dan een start gemaakt met het uitwerken van de te implementeren verbetermaatregelen van de overige CO2-uitstoters (ook als er IT-aanpassingen nodig zijn).