Vraag 1: Hoe kijken jullie terug op 2023?
"Een goed stabiel jaar. We hebben enkele mooie nieuwe opdrachten erbij gekregen en de organisatie nog meer versterkt. Vanzelfsprekend waren de cao-verhogingen wel uitdagend."
Vraag 2: Wat is jullie verwachting voor de rest van 2024 en daarna? Hoe rooskleurig of somber ziet dat eruit?
"De rest van 2024 verwachten wij door te gaan op de ingeslagen weg. Wij zien de toekomst, en dus ook de rest van 2024, rooskleurig."
Vraag 3: In welke nieuwe dienstverlening zien jullie eventueel kansen?
"Niet zozeer in nieuwe dienstverlening, meer in keuzes maken in welke dienstverlening en segmenten we willen excelleren. Dit betekent soms ook nee zeggen tegen aanvragen en aanbestedingen."
Vraag 4: Welke kansen en uitdagingen zien jullie op het gebied van duurzaamheid?
"Qua duurzaamheid kun je er niet meer niet in mee, je moet er in mee. Gelukkig is dit iets wat wij intrinsiek ook willen en voor staan. De uitdaging hierin is nog wel eens ‘theorie versus praktijk’. Een theoretische eis in een aanbesteding kan nog wel eens vergaande gevolgen hebben voor de invulling qua operatie en daarmee ook qua prijs."
Vraag 5: Welke kansen en uitdagingen zien jullie op het gebied van digitalisering?
"Wij hebben intern enkele data-analisten en IT-specialisten. Zij zorgen ervoor dat we afwijkingen in onze data (bijvoorbeeld schoonmaakkwaliteit, financiën) en trends snel signaleren. Dit zorgt voor grip op de organisatie."
Vraag 6: Het afgelopen jaar hebben schoonmakers er veel loon bijgekregen. In hoeverre zijn jullie in staat om deze loonsverhoging door te berekenen aan klanten?
"Sommige klanten begrijpen het en gaan er in mee, maar anderen vinden de verhogingen toch te rigoureus. Vooral omdat het tussentijds opengebroken is en verhoogd is terwijl er al afspraken waren. Dat maakt het lastig. Natuurlijk moet de schoonmaaksector aantrekkelijk blijven om werkzaam in te zijn en te blijven, maar het moet tegelijkertijd betaalbaar blijven voor klanten om dit uit te willen besteden aan een schoonmaakbedrijf. Het verhogen van het (minimum)loon is belangrijk, maar ook andere zaken als verlof, opleiding en sociale (werkgevers) lasten. Het een gaat niet zonder het ander."