Uit het tiende jaarbericht, onder de titel Perspectief op productiviteit, blijkt de urgentie om het verdienvermogen van het mkb te versterken. Het inzicht dat het met de productiviteit
van onze economie niet de goede kant op gaat, wordt inmiddels breed gedeeld. Dit is een Europees probleem, zo hield Mario Draghi ons onlangs voor, en dus ook een Nederlands probleem. Het kabinet werkt inmiddels aan een zogeheten ‘productiviteitsagenda’.
Mkb motor economie
Dat er echt wat moet gebeuren, is duidelijk. En dat vraagt om ingrijpende, ook politieke keuzes. We zijn een open economie, de vergrijzing neemt snel toe en we zitten ook nog eens midden in grote transities. Het Comité dringt er daarom op aan nu snel te schakelen richting een helder langetermijnplan. Om zo ook daadwerkelijk over te gaan op actie. Het Comité heeft berekend dat, als het Nederlandse mkb zich vernieuwt naar het voorbeeld van hoogproductieve bedrijven, er een potentieel van 65 miljard euro is aan te boren.
Arbeidsproductiviteit daalt
De ontwikkeling van de productiviteit in het Nederlandse midden- en kleinbedrijf blijft achter bij die in het grootbedrijf. In de afgelopen tien jaar is de arbeidsproductiviteit binnen het mkb (exclusief zzp) met bijna 3 procent gestegen ten opzichte van 2014. Deze stijging is fors lager dan voor 2014. In 2023 is de arbeidsproductiviteit zelfs met bijna 7 procent gedaald bij het middenbedrijf in vergelijking met 2022. In het grootbedrijf daalde de arbeidsproductiviteit met meer dan 4 procent. De kloof tussen het mkb en het grootbedrijf wordt groter, net als de kloof tussen koplopers en peloton binnen het mkb.
De productiviteitsgroei treedt vooral op binnen bedrijfssectoren. De spill over van koplopers naar mkb-peloton lijkt minder effectief te verlopen dan verwacht mag worden in goed werkende innovatieve ecosystemen. Nederland behoort weliswaar nog steeds tot de meest productieve economieën ter wereld, maar zien in landen met vergelijkbare niveaus is een hogere groei van de arbeidsproductiviteit te zien.
Voorstellen voor actie
Van den Broek benadrukt het belang om nu in actie te komen, voor ondernemers en overheden. In het jaarbericht doet het Comité voorstellen om de productiviteit te versterken: door de toegang tot financiering, de werking van de arbeidsmarkt en de dienstverlening voor het mkb te verbeteren. Van den Broek verwacht veel van ondernemers zelf. Zij moeten niet alleen de ambitie, maar ook de (management)vaardigheden hebben om een bedrijf te leiden en te laten groeien. Verder moeten ze bereid zijn om elkaar te helpen in ecosystemen van grote en kleine bedrijven, van koplopers en mkb-peloton. Ondernemers moeten ook zelf aan de bak om het potentieel op de krappe arbeidsmarkt te benutten. Daarvoor is, in de woorden van voorzitter Jacco Vonhof van MKB-Nederland, goed werkgeverschap nodig. Net als meer investeren in en adopteren van arbeidsbesparende technologieën en meer creativiteit bij het invullen van vacatures. Brancheorganisaties en andere (regionale) netwerken kunnen hierbij een belangrijke rol vervullen. Er zijn al veel voorbeelden van dit soort opbloeiende ecosystemen.
De overheid moet daar volgens Van den Broek slim op aansluiten. En ook breder investeren in de economische kracht van regio’s, zoals rond ASML in de Brainport-regio en biotech in Leiden-Amsterdam-Utrecht. Overheden moeten vooral ruimte geven voor ondernemerschap, maar het Comité ziet daarbij een krachtige regierol voor de minister van Economische Zaken. Zoals met het verminderen van de regeldruk, waarin het kabinet al stappen heeft gezet. Van den Broek: “De regeldruk zal alleen lichter kunnen worden als overheden ruimte bieden én ondernemers de verantwoordelijkheid voelen en nemen om te voldoen aan maatschappelijke eisen op het gebied van bijvoorbeeld verduurzaming, circulariteit en goed werkgeverschap. Een OndernemersPact, een van de ideeën van het kabinet, biedt de kans om hierover samen afspraken te maken."
Terecht aan de bel
Dirk Beljaarts, minister van Economische Zaken, regeert: “Productiviteit is bepalend voor de concurrentiekracht van onze economie. En voor ons hoge niveau van welvaart. Bedrijven werken daar keihard voor. We doen het goed, maar andere landen doen het beter. Zij lopen ons voorbij. Daar moeten we echt wat aan doen. Door te vernieuwen of te digitaliseren kunnen zowel het mkb als het grootbedrijf productiever worden. Het Nederlands Comité voor Ondernemerschap trekt terecht aan de bel. Op het lustrumevent over de ‘Staat van het mkb’ heb ik veel inspiratie opgedaan. Samen met de bedrijfssectoren gaan we aan de slag met een productiviteitsagenda. Het mkb moet zich kunnen optrekken aan hoogproductieve, innovatieve bedrijven. Startups moeten kunnen opbloeien. En de overheid, die is er om al die ondernemers de ruimte te geven.”
Vertrouwen, voorspelbaar overheidsbeleid en vereenvoudiging
Ook Jacco Vonhof, voorzitter MKB-Nederland, kan zich vinden in het perspectief van hhet Comité: “We maken ons al langere tijd zorgen over de lage productiviteitsgroei. In combinatie met de sterk gestegen kosten, zoals voor lonen en energie, zet die het rendement in vrijwel alle mkb-sectoren onder druk. Het is daarom logisch dat we de investeringen zien dalen. Ondernemers wíllen investeren, maar kunnen dat vaak niet. In ons land is bijna alles schaars geworden. We hebben een krappe arbeidsmarkt en schaarse ruimte, ook op het elektriciteitsnet, waardoor bedrijven bijvoorbeeld niet van het gas af kunnen. Het gevolg is: hoge prijzen en een beperkte beschikbaarheid van dit soort ‘productiemiddelen’. Dat vraagt heel veel van ondernemers. Wat ondernemers nodig hebben is vertrouwen, voorspelbaar overheidsbeleid en vereenvoudiging van wet- en regelgeving. Want het is allemaal veel te complex nu."