Taakdifferentiatie (ook wel taakintegratie of taakverbreding genoemd) heeft de afgelopen jaren een vlucht genomen. Dat heeft enerzijds te maken met het bieden van duurzaam werk. “Wij zijn een grote werkgever. We zijn ons ervan bewust dat wat wij voor onze mensen kunnen betekenen, meer impact heeft dan alleen ons bedrijf”, legt Wirtz uit.
Anderzijds is taakverbreding een manier om je medewerkers aan je te binden. Wirtz: “Wij willen onze huidige mensen en hun kennis en ervaring graag behouden gezien de krapte op de arbeidsmarkt. Dat doe je door ze te binden en te boeien. Wij denken dat je dat onder andere kunt doen door ze perspectief te bieden qua loopbaan en ontwikkeling. Dat kan enerzijds zitten in training of opleiding. Maar anderzijds ook in taakverbreding.”
Onbekend maakt onbemind
Taakverbreding is nog niet vanzelfsprekend. Dat maakt het spannend voor veel schoonmaakmedewerkers. Wirtz: “Wat ik heel erg merk is dat ze het wel willen, maar dat het nog niet vaak wordt uitgesproken. Het is onbekend en daardoor spannend. Dat komt ook doordat het gaat om taken buiten de schoonmaak. Tegelijkertijd maakt dat het voor hen juist leuk en divers. Sommigen maken natuurlijk gemakkelijker hun ambities duidelijk kenbaar, maar veel medewerkers hebben net even dat helpende handje en wat extra stimulatie nodig. Onbekend maakt in die zin onbemind. Daarom zijn we heel simpel gestart door mensen gewoon een keer mee te laten draaien op proef. Nog zonder afspraken over contracten en uren. Gewoon laagdrempelig.”
De ArenA
Bij CSU zijn ze begonnen met taakverbreding bij een grote opdrachtgever: de Johan Cruijff ArenA. Wirtz vertelt: “Zij willen graag mensen een kans geven en daar innovatief in zijn. Zij stonden daarom heel erg open voor taakverbreding, dachten mee en hebben hun partners erbij betrokken. Bij de ArenA komt een breed aantal facilitaire partners over de vloer, waarmee we samen konden werken.
Het is geen hoger doel om iemand maar te plaatsen
Zo heeft een dame in de catering meegewerkt en heeft een aantal mannen het takenpakket uitgebreid met werkzaamheden als handyman. Die mannen zijn inmiddels vast onderdeel van het team, waarbij zij tijdens de piekmomenten bijspringen om de facilitaire partner te ontzorgen. De dame bij de catering viel het toch tegen. Ze had een ander beeld en andere verwachtingen. Is dat minder positief? Het is geen hoger doel om iemand maar te plaatsen. Zij weet nu wel dat dit het dus niet is voor haar.”
Afwisseling is prettig
Voor de mannen die nu ook bijdragen als handyman bevielen de extra taken dus wel. “Zij gaven aan dat het echt ander werk is. Bij de ene taak zijn ze meer bezig met hun hoofd en bij de andere meer fysiek. Het zit hem juist in die afwisseling”, heeft Wirtz zich laten vertellen.
De pilot pakte voor alle partijen erg goed uit. “De mannen zijn daar met open armen ontvangen. De klant vindt het fijn, want die ziet hoe goed er wordt samengewerkt tussen de partners. De facilitaire partner is blij, want ze worden waar nodig geholpen en hoeven zelf niemand bij te vliegen. Het grote voordeel is dat onze medewerkers de ArenA en de locatie al kenden door het schoonmaakwerk. De pilot was voor ons al met al een mooie start en een bevestiging om hiermee door te gaan.”
Van schoonmaak naar multiservice
De pilot bij de ArenA vormde voor CSU het startpunt om taakverbreding breder uit te rollen en te formaliseren in het proces. Een andere schoonmaakspecialist die bezig is met taakverbreding, is Hago Zorg. Roso Sanchez vertelt: “Toen wij tien jaar geleden gingen specialiseren, merkten we dat de samenwerking met de klant intensiveerde. Op steeds meer plekken zijn we er meer werkzaamheden bij gaan doen. Dat heeft een spurt gekregen in de afgelopen vijf jaar. Wij zijn inmiddels een multiservice organisatie in de gezondheidszorg. Schoonmaak is daar een onderdeel van, maar we doen ook andere zorg- en facilitair ondersteunende taken. Dat bevalt heel goed bij alle betrokkenen.”
Signaalfunctie
Roso Sanchez weet genoeg voorbeelden te noemen van taakverbreding bij hun partners. “Er gebeurt heel veel. Neem bijvoorbeeld kledinguitgiftes, patiënttransfers, we brengen bloed naar laboratoria, we halen zelfs traumahelikopters binnen. Ook in de ouderenzorg zijn we steeds meer talenten aan het opleiden, zodat ze begrijpen wat verschillende ziektebeelden inhouden. Op die manier zijn ze in staat het werk met meer begrip uit te voeren. Iemand met alzheimer moet je bijvoorbeeld niet van achteren benaderen, want dan schrikt diegene. Onze medewerkers hebben vaak ook een signaalfunctie. Bijvoorbeeld in de GGZ: zorgen dat er geen ruzie tussen cliënten ontstaat over de afstandsbediening.”
''Er rust nog een groot stigma op schoonmaakmedewerkers. Dat zien wij dagelijks''
Track and trace
“Wat de afgelopen jaren nog meer een vlucht heeft genomen, is het toevoegen van technologie die ons ondersteunt om bijvoorbeeld oneigenlijke taken completer uit te voeren”, vervolgt Roso Sanchez. “Denk aan niet-patiëntgerelateerde administratie, voorraadbeheer en het schoonmaken van medische hulpmiddelen. Wij werken bijvoorbeeld met track and trace, waarmee wij letterlijk kunnen volgen waar medische hulpmiddelen zich bevinden. Daar hebben we software voor ontwikkeld die begrijpelijk is voor servicemedewerkers. Zo hoeven de zorgmedewerkers niet meer te zoeken naar thermometers, bloedpompen en andere apparatuur. Een verpleegkundige is gemiddeld twintig minuten per dag kwijt aan het zoeken naar spullen. En dat is zonde van de tijd. Voor anders opgeleide medewerkers is het fantastisch om dit soort werkzaamheden te kunnen doen.”
Paradox
Roso Sanchez constateert wel dat er grote cultuurverschillen bestaan en dat er nog steeds een stigma ligt op de schoonmaak. “De zorg ziet facilitair, heel kort door de bocht, als geen verstand hebbende van zorg. Dat is wel een ding. Op het moment dat je in gesprek komt en je gaat kijken welke taken je over kunt nemen om de zorg te ontlasten, dan kom je al vaak in een discussie over wie dat moet gaan betalen. Wie gaat dat werk uitvoeren? De zorg vindt het lastig om te veranderen. En zeker om daar formatie voor in te leveren. Want dat willen ze over het algemeen gewoon niet. Dat zit heel erg ingebakken in de cultuur van de zorg.”
“Er rust daarbij nog een groot stigma op schoonmaakmedewerkers. Dat zien wij dagelijks”, vervolgt ze. “In de covidperiode was er natuurlijk applaus, ook voor de schoonmaak. Maar je ziet dat we nu weer langzaam teruggaan naar af. Je ziet dat ‘een witte jas’ ‘een blauw hesje’ niet groet in de lift. Dat is toch weer die traditionele verhouding. Dat vormt echt nog een paradox: aan de ene kant vragen zorgmedewerkers of die ondersteunende taken niet anders kunnen, terwijl zij het aan de andere kant moeilijk vinden om dat los te laten.”
Trots op het vak
Volgens Roso Sanchez is de grootste uitdaging voor taakverbreding, zeker in de zorg, de perceptie die er heerst over de schoonmaak. “Ik vind echt dat mensen trots moeten zijn om te kiezen voor het schoonmaakvak. Maar dan moeten wij er in de bv Nederland wel met zijn allen voor zorgen dat we dat anders neerzetten. Kijk naar welke waarde mensen toevoegen in de maatschappij. Als schoonmaakbranche moeten we daar ook in mee veranderen. Want ik zie nog teveel dat wij vacatures uitzetten voor twee uurtjes per week. Niet alleen Hago Zorg, maar allemaal. Als we dat niet veranderen, dan blijft het zoals het was.”
De juiste match maken
Ook Wirtz ziet nog een grote uitdaging wat betreft taakverbreding. De pilot bij de Arena liet zien dat maatwerk nog niet vanzelfsprekend is, terwijl dat wel nodig is. “Je kunt niet iedereen bij een klant andere taken geven. Je moet in gesprek gaan over welke ambities en wensen de medewerkers hebben. Dat klinkt niet meer dan normaal, maar dat was het niet in de schoonmaakbranche. Een goed gesprek is nu ook onderdeel van de cao. We moeten echt de tijd nemen om de juiste match te maken. Eerst moet je uitvragen bij je medewerkers. Dan ga je met je klant in gesprek en vervolgens met je partners. Dan gaat iemand een keertje proefdraaien of meekijken. En als dat bevalt, ga je afspraken maken."
Ze vervolgt: "Ik denk dat de uitdaging vooral in dat proces zit. Door dat proces aan te gaan, zetten we echt iets moois neer voor onze schoonmaakmedewerkers, de andere facilitaire partijen én de schoonmaakbranche. Door die uitdaging aan te gaan als branche, laten we namelijk zien dat de schoonmaak oprecht een mooi vak is met volop mogelijkheden.”
Dit artikel is eerder gepubliceerd en komt voort uit Service Management nummer 2 2022.