2022 was een jaar van tegenstellingen. Aan de ene kant kropen we eindelijk definitief uit de coronapandemie. Aan de andere kant barstte de oorlog in Oekraïne los, wat ook hier grote impact heeft. De inflatie nam explosief toe met hoge kostenstijgingen en stijgende cao-lonen tot gevolg. “Veel externe marktontwikkelingen die ons als branche allemaal raken”, reageert Mark Keur, algemeen directeur van Vebego Cleaning Services. Tegelijkertijd zien ze bij Vebego ook kansen voor de branche. Keur vervolgt: “Het zal voor de gehele branche een flinke uitdaging worden om de kosten goed te absorberen en doorleggen, maar uiteindelijk is het ook goed voor de branche. Voor de geldelijke waardering voor onze schoonmakers. Iets dat perfect past bij waar Vebego voor gaat: betekenisvol werk.”
Mark Keur: “Niet investeren in digitalisering is geen optie, wil je relevant blijven voor de markt.”
Met die analyse is John van Hoof, voorzitter van de Raad van Bestuur bij CSU, het volmondig eens. Ook bij CSU zien ze zowel de zorgen als de kansen. “De (geo)politiek, het klimaat en de inflatie zijn genoeg reden tot zorgen. Maar vanuit ons ondernemerschap denken we graag vanuit kansen, en kijken we juist naar hoe het wél kan. We merken dat die positieve ontwikkelkracht en innovatieve oplossingen klanten in diverse segmenten aanspreken. Juist om schoonmaak betaalbaar te houden en tegelijk de kracht van het vak en onze gouden handen te laten zien door schoonmaak en taakverbreding met aanvullende dienstverlening.”
John van Hoof: “Vanuit ons ondernemerschap denken we graag vanuit kansen, en kijken we juist naar hoe het wél kan.” (foto: Wim Roefs)
Duurzame groei
Bij CSU staan de komende jaren in het teken van duurzame groei. Flexibiliteit is hierbij het kernwoord. “Door continu de dienstverlening tegen het licht te houden en ons af te vragen hoe het beter, efficiënter of duurzamer kan. Afgelopen jaar scherpten we onze missie en visie aan en brachten we onze pay off in de praktijk; Scherper. Slimmer. Schoner.", aldus Van Hoof. Het duurzame aspect laat CSU doorklinken in de breedste zin van het woord. Zo ondertekenden ze dit jaar als eerste schoonmaakbedrijf in Nederland het Science Based Targets-initiatief (SBTi) van de VN. Hiermee beloven ze uiterlijk in 2050 CO2-neutraal te zijn. Daarnaast zet ook CSU in op duurzame inzetbaarheid. Van Hoof: “Ondanks alle technologische vernieuwingen blijft schoonmaken mensenwerk. Sterker, wij geloven dat juist de combinatie van high tech en de menselijke high touch leidt tot een betere performance. De mensen van CSU maken hierin het verschil. Hier investeren we volop in; door mensen financieel, fysiek en mentaal fit te houden met voor al ons personeel onder andere budgetcoaching, fysiotherapie, psychologische ondersteuning, gratis kunnen fitnessen en leefstijlprogramma’s via PSV en Feyenoord. Om ervoor te zorgen dat medewerkers fit en met plezier naar het werk gaan, heeft CSU een voortrekkersrol als het gaat om duurzame inzetbaarheid en sociale innovaties. Bijvoorbeeld via jobcoaches, stapelbanen en slimme regionale samenwerkingsverbanden, zoals met Brainport Eindhoven en het Masterplan Amsterdam Zuidoost, om mensen toe te laten treden en doorgroeien binnen de branche.”
Aantrekken personeel
Ook Olivier Laméris, algemeen directeur Gom Schoonhouden, ziet de toekomst rooskleurig in. Laméris legt uit dat ze bij Gom blijven inzetten op sectorspecifieke benaderingen om toegevoegde waarde te blijven creëren, zoals het bieden van belevings- en hygiënemetingen bij hun zorgklanten met hun programma Samen. De tweede pijler is sociale duurzaamheid. Laméris: “We willen kansen blijven bieden aan talenten die een drempel over moeten stappen om de arbeidsmarkt te betreden. We zijn daarom trots op de uitbreiding van onze samenwerking met Stichting Nelis. Het aantrekken van nieuwe talentvolle collega’s en iedereen een stimulerende en ondersteunende werkomgeving bieden, is bovendien essentieel om onze omzetgroei te realiseren en tegelijkertijd de hoge kwaliteit van onze diensten te handhaven.”
Olivier Laméris: “Het doorberekenen van kosten- verhogingen is in onze branche met smalle marges essentieel.”
Data is onmisbaar
Om zowel het hoofd te bieden aan het nijpende personeelstekort als om duurzaamheidsdoelen te meten, is data van onmiskenbaar belang. De afgelopen jaren zette de schoonmaakbranche al in op digitalisering en innovaties om het werk lichter en efficiënter te maken en die ontwikkelingen zullen de komende jaren onverminderd doorgaan. Elk schoonmaakbedrijf heeft daarvoor ondertussen eigen programma's ontwikkeld. Keur: “Wij werken al langere tijd met data voor de inrichting van onze dienstverlening, dit noemen wij Smart Hygiëne. Ook voor onze interne (ondersteunende) dienstverlening zien we nu al dat AI een dusdanige vlucht gaat nemen dat dit onze bedrijfsvoering – maar ook die van onze klanten – gaat beïnvloeden. Niet investeren in digitalisering is geen optie, wil je relevant te blijven voor de markt.” Van Hoof vult aan dat data de benodigde inzichten geeft. “Wij en onze klanten willen inzicht. Hoe zit het met de bezetting? En hoe schoon is het in verschillende ruimten? Met die inzichten ben je in staat om een leef- of werkomgeving te creëren waar men zich thuis voelt. Een plek waar de mensen om je heen het maximale uit zichzelf kunnen halen. We maken al zeer lang schoon op basis van data via Be Clean. Digitalisering en duurzaamheid gaan ook hand in hand bij ons. Zo meten wij met Green & Social Impact de CO2-uitstoot van onze dienstverlening bij klanten real-life. Deze data delen wij in ons klantportaal, zodat er stuurinformatie ontstaat. Waar zit onze grootste impact en hoe kan ik die reduceren? Ook de snelle verdere toepassing van artificial intelligence zal ongetwijfeld kansen bieden om met een groter lerend vermogen bij te dragen aan de doelstellingen van onze klanten en van onszelf. Uitdaging daarbij blijft om de connectie te houden met onze medewerkers. Want wij geloven dat techniek de medewerker moet versterken en niet andersom.”
Innovatie gaat door
Niet alleen digitalisering blijft een actueel thema. Ook met innoveren op andere gebieden gaan de schoonmaakbedrijven vol enthousiasme door. Laméris legt uit: “Dicht tegen digitalisering staat de rol van robotisering. Wij verkennen samen met RoboHouse, het fieldlab van de TU Delft, nieuwe mogelijkheden gericht op ondersteuning en verlaging van de belasting van ons werk. Deze innovatieve aanpak met de combinatie van mens en technologie gaat bijdragen aan een verhoging van de vitaliteit van onze medewerkers en van de kwaliteit van onze dienstverlening.”
Facilitaire coalitie
Van Hoof benadrukt dat je digitaliseren, verduurzamen en flexibel ondernemen nooit alleen kunt doen. Daarom is het belangrijk dat schoonmaakbedrijven de hele keten meenemen in deze thema's, om zo samen te kijken naar waar impact gemaakt kan worden. “Zo zien we een steeds groter wordende interesse in de Facilitaire Coalitie, ons pasklaar samenwerkingsmodel, dat in de veranderde en flexibelere facilitaire omgeving relevanter is dan ooit door de wendbare samenwerking. Maar ook in de ketensamenwerking tussen zorginstellingen en thuishulp met Over de drempel, het bieden van stapelbanen, de inzet van co-botica, hospitality en de schoonmaak van buitenterreinen.”
Loonstijgingen broodnodig
Ten slotte vroegen we de schoonmaakbedrijven naar de loonstijgingen en of ze deze kunnen doorberekenen. Alle drie geven ze aan dat de loonstijgingen broodnodig zijn en waardering uitstralen voor het mooie vak van de schoonmaakmedewerker. Maar ook zijn er gesprekken nodig met opdrachtgevers om alle verhogingen te kunnen dragen. “Het doorberekenen van kostenverhogingen, die voor een belangrijk gedeelte samenhangen met loonsverhogingen zoals afgesproken in de (aanvullende) cao, is in onze branche met smalle marges essentieel. Essentieel om onze branche aantrekkelijk te houden voor de arbeidsmarkt en essentieel om te kunnen blijven investeren in onze medewerkers en daarmee in onze dienstverlening”, aldus Laméris. Keur vult aan: “Als we deze kosten niet kunnen doorbelasten, zijn de lonen van onze schoonmakers niet meer betaalbaar en moeten we onze dienstverlening staken. Niets meer en niets minder. Wij willen onze medewerkers eerlijk belonen en staan voor betekenisvol werk, dus dan is het volgen van de cao geen onderwerp van discussie.”
Ook Van Hoof geeft aan dat de gesprekken met de opdrachtgevers lopen. “We benadrukken dat wij staan voor een menswaardig bestaan van de schoonmaakmedewerker en hun gezinnen. Daarbij hoort een leefbaar inkomen. Het is belangrijk dit op peil te houden kijkend naar de huidige inflatie. Schoonmaak is waardevol werk. En die waardering van het vak blijkt door een loonontwikkeling met voldoende afstand tot het wettelijk minimumloon. De CAO-verhoging geeft daar blijk van en is broodnodig. Net als voor ons als werkgever. Dat brengen we heel duidelijk over aan al onze opdrachtgevers.”
Branche in beweging
Als bovenstaande één ding duidelijk maakt, dan is het wel dat de schoonmaakbranche als vanouds met gestrekt been de uitdaging aangaat. En dat is ook meer dan ooit nodig. Na de coronapandemie zijn we helaas niet in financieel beter vaarwater terechtgekomen en net als veel sectoren kampt de schoonmaakbranche met hoge personeelstekorten. Zaak dus om het werk efficiënter én aantrekkelijker te maken. De toepassing van data en andere innovaties gaat dan ook onverminderd door en AI gaat naar verwachting de komende jaren een belangrijke rol spelen. Daarnaast zetten schoonmaakbedrijven steeds meer in op sociale duurzaamheid, om hun schoonmaakmedewerkers zo goed mogelijk te ondersteunen in hun werk en daarbuiten. Om ervoor te zorgen dat iedereen met plezier en vitaal naar het werk komt en om te laten zien dat een baan in de schoonmaak zo gek nog niet is. Ten slotte blijft duurzaamheid een belangrijk thema, want ook daarin kunnen we alleen impact maken wanneer iedereen zijn steentje bijdraagt. Dat lijkt dan ook de kern van de boodschap: alleen samen kunnen we de wereld echt schoner maken, voor mens én milieu. Ook opdrachtgevers zullen daarin moeten meebewegen en daar zetten schoonmaakbedrijven zich nu volop voor in: de waardering voor de schoonmaakmedewerker moet van alle kanten komen.