6 vragen en antwoorden over aansprakelijkheid bij bedrijfsongevallen en beroepsziekten

6 vragen en antwoorden over aansprakelijkheid bij bedrijfsongevallen en beroepsziekten

Elke werkgever is verplicht haar werknemers te voorzien van een veilige en gezonde werkomgeving. Maar bedrijfsongevallen en beroepsziekten kunnen altijd gebeuren. Het kan lastig zijn om in het juridische bos dat hieraan gekoppeld is de bomen nog te zien. Daarom op een rijtje: hoe zit het met de aansprakelijkheid bij bedrijfsongevallen en beroepsziekten?

Hoe het zit met de zorgplicht van werkgevers, kun je lezen in artikel 7:658 van het Burgerlijk Wetboek. Daarin staat: ‘de werkgever is verplicht om lokalen, werktuigen en gereedschappen op een dusdanige wijze in te richten en te onderhouden, alsook zodanige regelingen te treffen als redelijkerwijs nodig is ter voorkoming van ongevallen van werknemers en ter bevordering van de veiligheid binnen het bedrijf’.

1. Wat houdt de zorgplicht in?

Aan deze verplichting moet je als werkgever dus voldoen en dat moet je ook kunnen bewijzen. In de praktijk moet je dus kunnen aantonen dat je voldoende veiligheidsmaatregelen neemt en voldoende aanwijzingen geeft om het werk veilig uit te kunnen voeren. Doe je dit niet en komt er een ongeval voor, dan kun je als werkgever aansprakelijk worden gesteld voor de geleden schade van de betreffende werknemer. Je kunt je ook niet ontdoen van deze verplichting door in het contract andere voorwaarden af te spreken die niet stroken met de wet. Je mag nooit afwijken van de wet ten nadele van de werknemer.

Wanneer er een beroepsongeval of beroepsziekte aan de orde is, is het aan de werknemer om aannemelijk te maken dat het ongeval of de ziekte in beginsel te wijten is aan de uitoefening van het werk. Het is hierbij vaak niet voldoende om te benoemen dat je als werknemer aan bepaalde gevaren bent blootgesteld.

2. Wat betekent een actieve zorgplicht?

De zorgplicht van de werkgever is een actieve. Het is dus niet genoeg om enkel te voldoen aan de wettelijke bepalingen. Hieronder vallen zowel de verplichten uit de arbeidsomstandighedenwetgeving, maar ook bijvoorbeeld de veiligheidsinstructies van de fabrikant en de relevante bepalingen uit de cao’s. De werkgever moet echter ook actief voldoen aan zijn onderzoekplicht en een instructieplicht. Je moet de juiste maatregelen treffen om je eigen werknemers, maar ook die van anderen, te beschermen tegen gevaar. Gereedschappen en arbeidsplaatsen moeten voldoende zijn beveiligd en/of afgeschermd wanneer deze gevaar kunnen opleveren. Ook moeten werknemers gedegen instructie krijgen over gereedschappen en werkmethodes die ze hanteren en de werkgever moet erop toezien dat werknemers die instructies ook in acht nemen.

Belangrijk om te noemen, is dat je als werkgever geen absolute zorgplicht hebt. Niemand verwacht dat je als werkgever een absolute veiligheidsgarantie kunt geven. Je moet er voornamelijk voor zorgen dat je werknemers zo veilig en gezond mogelijk kunnen werken. Hoe dat eruit ziet, wordt dus voornamelijk bepaald door de kaders in de Arbeidsomstandighedenwet. Daarnaast wordt verwacht dat je je gedraagt als een ‘goed werkgever’.

3. Wie vallen onder jouw zorgplicht?

Zoals hierboven genoemd heb je als werkgever niet alleen een zorgplicht tegenover je eigen werknemers, maar ook tegenover andere werknemers die bij jou werkzaamheden uitvoeren. Denk aan uitzendkrachten, stagiaires, freelancers en zzp’ers. Ook geldt de zorgplicht als je eigen werknemers aan de slag gaan bij andere werkgevers. Dan ben je tenminste medeaansprakelijk als die ander tekortschiet in zijn zorgplicht.

4. Wanneer ben je aansprakelijk?

Bij een bedrijfsongeval is de werkgever aansprakelijk wanneer die nalatig is geweest op één of meer van de genoemde punten. De werkgever draait dan dus op voor de geleden schade van de werknemer. De werkgever is niet aansprakelijk als hij kan aantonen dat het ongeval is veroorzaakt door opzet of bewuste roekeloosheid van de werknemer. Dan hoef je als werkgever de schade dus niet te vergoeden.

Bij beroepsziekten ben je als werkgever aansprakelijk als je  niet de juiste veiligheidsmaatregelen hebt genomen voor de gezondheid van de werknemer. Als een werknemer bijvoorbeeld met bepaalde stoffen werkt of ermee in aanraking komt. Ook dan is de werkgever aansprakelijk voor de schade die de werknemer lijdt door de ziekte.

5. Bij wie ligt de bewijslast?

De bewijslast bij zowel beroepsongevallen als bedrijfsziekten ligt primair bij de werkgever. De werknemer heeft een lichte bewijslast. Het komt erop neer dat de werknemer aannemelijk moet maken dat de schade die hij of zij lijdt of heeft geleden voortkomt uit de uitoefening van zijn of haar werkzaamheden. Als de werknemer dat heeft aangetoond, is de beurt aan de werkgever. Die moet vervolgens aantonen dat hij wel aan de zorgplicht heeft voldaan. Om aan te tonen dat je aan je zorgplicht hebt voldaan, kun je een RI&E en een plan van aanpak opstellen over de periode waarop de zaak betrekking heeft. Een rechter kan naar aanleiding van deze stukken vragen de zorgplicht verder te onderbouwen. In het civiele proces wordt zo gebruik gemaakt van voorwaarden die voorgeschreven zijn door andere wetgeving, zoals de Arbowet of de Warenwet.

Lukt het aantonen niet, dan ben je als werkgever dus aansprakelijk voor de schade. Het gaat hierbij dus om een schuldaansprakelijkheid. De werkgever moet verwijtbaar tekort zijn geschoten bij het treffen van de vereiste voorzorgsmaatregelen. Aangezien de bewijslast primair bij de werkgever ligt, is deze in beginsel altijd aansprakelijk, behalve als hij kan aantonen dat hij wel aan zijn zorgverplichting heeft voldaan. Of als hij kan aantonen dat de schade is geleden door opzet of roekeloos gedrag van de werknemer. Aan deze bewijslast zijn zeer strenge eisen gesteld, waardoor opzet of bewuste roekeloosheid niet vaak wordt aangenomen.

6. Ben je ook aansprakelijk bij ziekte of gebrek op lange termijn?

Als je als werkgever aansprakelijk wordt gesteld voor de geleden schade van een werknemer in geval van bedrijfsongeval of beroepsziekte, dan ben je niet alleen aansprakelijk voor de schade die de werknemer heeft opgelopen tijdens het uitoefenen van zijn of haar werk. Je bent ook aansprakelijk voor de schade op langere termijn die het gevolg is van die werkzaamheden. Bekende voorbeelden zijn ziekte die is ontstaan door blootstelling aan asbest, gehoorbeschadiging, RSI, kapperseczeem en latexallergie. Dat deze aandoeningen zich pas na een langere termijn kunnen openbaren, maakt daarbij niet uit. De ziekte of het gebrek moet natuurlijk wel aantoonbaar met het werk te maken hebben.

Bron: Arbo

Lees ook:

Eindejaarsoverzicht arbeidsrecht 2024

Eindejaarsoverzicht arbeidsrecht 2024

Het einde van het jaar nadert, dus tijd om vooruit en terug te kijken. Wat is er zoal gebeurt op het gebied van arbeidsrecht afgelopen jaar? Een aantal ontwikkelingen en trends die impact blijven hebben in 2025.

Wat betekent de wet DBA voor schoonmaakbedrijven?  

Wat betekent de wet DBA voor schoonmaakbedrijven?

De Belastingdienst gaat vanaf 1 januari 2025 handhaven op de wet Deregulering Beoordeling Arbeidsrelaties (DBA). Onder andere op schijnzelfstandigheid. Dat betekent dat schoonmaakbedrijven ook kritisch moeten zijn richting de zzp'ers die zij inschakelen. Is er sprake van een echte zzp'er of van een verkapt dienstverband?

Forse toename aanmeldingen btw-vrijstelling kleine ondernemers

Forse toename aanmeldingen btw-vrijstelling kleine ondernemers

Steeds meer Nederlanders melden zich aan voor de kleineondernemersregeling (KOR), waardoor ze worden vrijgesteld voor de btw. Sinds september, toen de Belastingdienst bekendmaakte dat de regeling versoepeld wordt, hebben ruim 10.000 mensen zich voor de regeling aangemeld. Dat is drie keer zoveel als vorig jaar in dezelfde periode.

30 procent meer zzp'ers stoppen vergeleken met vorig jaar

30 procent meer zzp'ers stoppen vergeleken met vorig jaar

Het aantal zzp'ers dat stopt is in de eerste helft van 2024 met dertig procent toegenomen ten opzichte van 2023. Dat blijkt uit cijfers van de Kamer van Koophandel (KvK). Het gaat om ruim 77.000 zelfstandigen die zich uitschrijven uit het handelsregister. In de eerste helft van 2023 betroffen dat er nog zo'n 60.000.