Ook Hoge Raad vindt schoonmaken via Helpling uitzendwerk

Ook Hoge Raad vindt schoonmaken via Helpling uitzendwerk

Schoonmakers die via het inmiddels failliete onlineplatform Helpling huishoudelijk werk deden, waren feitelijk uitzendkrachten. Dat oordeelt de Hoge Raad in een langlopende zaak over de positie van schoonmakers in de platformeconomie. Dit betekent onder meer dat Helpling de cao voor uitzendkrachten had moeten naleven.

Helpling omschreef zichzelf als digitaal prikbord voor klusjes, maar vakbond FNV beschouwde het bedrijf als werkgever die schoonmakers dus bescherming moest bieden bij bijvoorbeeld ziekte en ontslag. De vakbond sleepte het platform daarom in 2018 al voor de rechter.

In 2021 concludeerde het gerechtshof in Amsterdam dat schoonmakers die via Helpling werkten uitzendkrachten waren. De hoogste rechter bekrachtigt die uitspraak nu.

Schoonmakers kunnen claim indienen

Renate Bos, bestuurder FNV Schoonmaak, is blij met de uitspraak: ‘De schoonmakers die via Helpling werkten, of via een ander platform werken, hebben hierbij met terugwerkende kracht recht op pensioen, vakantiegeld, doorbetaling bij ziekte en andere werknemersrechten. Daar zijn we blij mee.’

De uitspraak betekent dat schoonmakers bij de curator van Helpling een uitzendovereenkomst en naleving van de cao kunnen claimen.

Handhaving Belastingdienst

'Het is positief dat de Belastingdienst sinds 1 januari 2025 de handhaving weer heeft opgepakt', vervolgt Bos. 'De platformbedrijven moeten nu namelijk ook gewoon loonbelasting en werknemerspremies gaan betalen, zoals andere uitzendbureaus. De FNV gaat ervan uit dat er nu actief wordt gehandhaafd in dit soort schijnconstructies.’