Asielzoekers mogen alleen werken als de werkgever een tewerkstellingsvergunning heeft. Deze vergunning wordt aangevraagd bij het UWV. Nu er duidelijkheid is van de hoogste bestuursrechter, kan per direct een tewerkstellingsvergunning worden afgegeven voor langer dan 24 weken. Minister Karien van Gennip van Sociale Zaken en Werkgelegenheid reageert: “Door de uitspraak van de Raad van State is er duidelijkheid voor asielzoekers die graag meer willen werken. Ze leveren een bijdrage aan onze samenleving én leren de taal sneller. Ook werkgevers weten nu waar ze aan toe zijn als ze een asielzoeker in dienst hebben.” Het UWV had rekening gehouden met verschillende scenario's, waaronder deze uitkomst. "We waren al begonnen met voorbereidingen, dus we kunnen nu het verlengen van alle werkvergunningen in gang zetten", aldus een woordvoerder van de uitkeringsinstantie. Volgens het UWV hebben in totaal 1193 asielzoekers momenteel een werkvergunning.
De uitspraak is goed nieuws voor statushouders, ofwel asielzoekers met een verblijfstatus, en voor bedrijven. Ook in de schoonbranche is hun inzet zeer welkom om de krapte op de arbeidsmarkt wat op te vangen. Het is gebleken dat statushouders nu vaak moeite hebben om een baan te vinden, onder meer doordat ze tijdens de asielprocedure alleen tijdelijk werk mogen doen. Regioplan heeft onderzoek gedaan naar belemmeringen voor asielzoekers om aan het werk te gaan. Naast de 24-weken-eis kwamen bijvoorbeeld ook waardering van buitenlandse diploma’s en de tewerkstellingsvergunningplicht naar voren. Er worden nu verschillende mogelijkheden uitgewerkt om belemmeringen te beperken of weg te nemen.
Wachten op werkvergunning
De uitspraak van de Raad van State heeft te maken met een zaak, waarbij een Nederlandse werkgever en een uit Nigeria afkomstige asielzoeker graag hun overeenkomst wilden voortzetten ná de bewuste 24 weken. De medewerker kreeg echter geen nieuwe werkvergunning. Hij wachtte daarom 28 weken, de periode waarin hij geen toegang tot de arbeidsmarkt kreeg, waarna hij opnieuw een aanvraag indiende. Het UWV keurde die aanvraag goed. Maar na 24 weken was het weer einde oefening. De rechtbank in Arnhem oordeelde eerder dit jaar al dat de Nederlandse 24 wekeneis in strijd is met het Europese recht. De Raad van State is het daar mee eens.
Volgens het hoogste bestuursorgaan doet de 24-weken-eis afbreuk aan het "doel en nuttig effect van de Europese Opvangrichtlijn". Volgens die richtlijn mogen lidstaten van de Europese Unie zelf bepalen onder welke voorwaarden asielzoekers mogen werken. Maar landen moeten er wel voor zorgen dat asielzoekers daadwerkelijk toegang tot de arbeidsmarkt hebben, uiterlijk negen maanden nadat zij een asielverzoek hebben gedaan.