Al in 2022 liepen de cao-lonen flink op met 3,2 procent. Afgelopen jaar was dat percentage dus nog eens bijna tweemaal zo hoog. Volgens het CBS stegen de lonen in elk kwartaal van de afgelopen twee jaar harder dan de drie maanden daarvoor. In de laatste drie maanden van 2023 gingen de cao-lonen met net geen 7 procent omhoog in vergelijking met een jaar eerder.
Minder onder de streep
Ondanks de stijgende lonen, ging de koopkracht dus niet omhoog. In 2022 hielden werkenden al minder van hun salaris over. De reële loonontwikkeling kwam toen uit in de min met ongeveer 6 procent. Dit cijfer is gebaseerd op de inflatiecijfers van de eerste elf maanden van 2022. Ook nu heeft het CBS het inflatiecijfer van december nog niet, maar op basis van een voorlopige berekening hielden Nederlanders gemiddeld ruim 2 procent minder over ondanks hun gestegen lonen.
Overheid en vervoer en opslag
In de sectoren overheid en vervoer en opslag gingen werknemers er bovengemiddeld op vooruit. Door betere cao’s bij onder andere gemeenten en Rijk kregen werknemers van de overheid er 7 procent bij. Met een stijging van 8,4 procent gingen werknemers in de vervoer en opslag er nog meer op vooruit. Vooral werknemers bij transportbedrijven en de luchtvaart profiteerden hiervan.
Sterke groei teneinde
Met name in 2022 en begin 2023 vielen de prijsstijgingen steeds hoger uit door de gevolgen van de oorlog in Oekraïne. Inmiddels is de inflatie afgekoeld. Werkgeversorganisatie AWVN houdt de maandelijkse cao-stijgingen bij en geeft aan dat de sterkste groei inmiddels ten einde is. Sinds de zomer is de daling ingezet, die in oktober wel nog even werd onderbroken met een gemiddelde loonstijging van 8 procent. Maar door de afgenomen inflatie en verslechtering van de economie was dit mogelijk een laatste uitschieter.