“Om met die eerste constatering te beginnen”, begint Koek zijn verhaal. “Vaak komt gevelreiniging tot stand na de constatering van een probleem. Bijvoorbeeld: er zijn kleurverschillen in de gevel en daar moet wat aan worden gedaan. Dat is pure esthetiek. Maar als je vervuiling te lang laat staan, dan kun je vervolgschades krijgen. Vocht wordt achter het oppervlak van de stenen opgeslagen, waardoor er bij vorst schade kan ontstaan. Dan ben je eigenlijk al te laat. Omdat het dus vaak esthetiek is, is het ook subjectief wat een opdrachtgever wil of niet. Sommigen vinden die vervuiling bij de veroudering van het gebouw horen. Er zijn zelfs publicaties over dit onderwerp onder de naam ‘gracieus verouderen’. In de hoek van monumenten bijvoorbeeld ligt dit heel gevoelig.”
Overstekken voorkomen vuil
Daarbij komt dat er vanuit de architectuur niet altijd over het onderhoud wordt nagedacht, beschouwt Koek. “Vlak detailleren is volgens een deel van de architecten esthetisch gezien prachtig. Maar dat leidt tot veel meer vervuiling daar waar water langs de gevel wordt gebracht. En dan ziet je gevel er door het vuil in het water ineens, bijvoorbeeld een jaar na opening van het pand, niet meer zo mooi uit. Mijn pleidooi richting architecten is dan ook om die ongewenste vervuiling tegen te gaan door daar, waar er water langs de gevel loopt, een overstek te creëren. Onder meer bij ramen en bij dakranden. Goede overstekken zorgen ervoor dat het water dat vuil in zich heeft, niet bij de gevel kan komen.”
Cirkel van Sinner
De Cirkel van Sinner is de basis voor iedere reiniging. Bij het schoonmaken spelen volgens de cirkel vier factoren een rol: chemie, beweging (mechanische kracht), tijd en temperatuur. Wordt één factor groter, dan worden de andere factoren kleiner. Bijvoorbeeld: er zit kalkaanslag op een douchekop. Je kunt dan heel hard gaan boenen met een vochtig schuursponsje zonder reinigingsmiddel (chemie). De factor beweging is in dit voorbeeld groot. “Ook in de gevelreiniging is de Cirkel van Sinner de absolute basis”, aldus Koek. “Die cirkel maakt ook duidelijk waar je uit kunt kiezen en wat de beperkingen zijn. Weet dus wat de vier toe te passen elementen doen op bepaalde gevelbedekking.”
Expliciet akkoord geven
Als voorbeeld noemt Koek verschillende steensoorten. “In sommige bakstenen van klei zitten metalen die in aanraking met zuren een enorme verkleuring kunnen opleveren. Mijn devies is daarom: probeer de methode of het reinigingsmiddel altijd ergens waar dat niet in het zicht is uit en waar het geen kwaad kan. Als je dat hebt gedaan, haal de opdrachtgever er dan bij en laat hem of haar expliciet een akkoord geven op het referentievlak. Gevelbehandelaars lopen er vaak tegenaan dat hun opdrachtgever vooraf een andere verwachting heeft dan het resultaat dat ze uiteindelijk krijgen. Een proefvlak voorkomt ook dat je resultaten belooft die niet waar te maken zijn.”
Zet een proefvlak
Uit eigen ervaring put Koek uit een case in Rotterdam waarbij er witte uitbloei op de gevel zat. “Dat kan in principe van alles zijn. Als het wateroplosbare zouten zijn, dan kun je deze eenvoudig met water er weer afspoelen. Is het kalk dan kun je het met een licht zuur oplossen. Is het gips, dan kun je alleen maar stralen. In zo’n geval is dus voorzichtigheid geboden. Denk niet dat je de situatie al eens eerder bent tegengekomen en dus al weet hoe het zit. Elke situatie is anders.”
Hetzelfde is het geval bij groene verkleuring van de gevel. “Als het alg is, dan heb je het er zo af met een algendodend middel. Maar de gevel kan ook verkleuren omdat er in de steen het metaal vanadium zit dat is gaan oxideren. Dat roesten kan in acht verschillende vormen, waarbij in sommige gevallen groen en in andere gevallen blauw te zien is. Als je uitgaat van alg, krijg je het er dan niet vanaf. Kortom, je kunt het al snel heel erg fout doen en de schade kan gigantisch zijn. Ik kan er daarom niet genoeg op hameren: zet een proefvlak.”
Bijzondere glazuurlaag
“In een geval moest een hele gevel worden vervangen als gevolg van een verkeerde behandeling”, zegt Koek. “Het ging om een villa met een steen met een bijzondere glazuurlaag. Het reinigingsbedrijf had de dag ervoor een stal gedesinfecteerd. Daarbij is het voorschrift dat de slangen doorgespoeld moesten worden, maar dat was niet gedaan. De volgende dag kwamen ze bij de villa aan. Het residu van de desinfectie had de slangen aangetast en dus spoten de medewerkers een mengsel van opgelost vuil van de slangen op de gevel. Dat kon er niet meer uit en steen voor steen moest de gevel worden vervangen. Iets dergelijks maakten we ook mee met een gevel met bakstenen waarin holle ruimtes zitten. Na het stralen ontstonden er kleine dunne gaatjes in de klei.”
Leg bestaande situatie vast
“Ga zonder kennis niet aan de slag”, waarschuwt Koek dan ook. “Dat geldt ook voor metselwerk. Het voegwerk kan zo zwak zijn dat je niet aan de slag kunt of moet adviseren om het voegwerk opnieuw te doen. Van belang is ook dat je als gevelbehandelaar niet opgezadeld wordt met schades die er al waren. Leg dus eerst de bestaande situatie vast. Als je een auto huurt, accepteer je toch ook geen schade van de vorige huurder? Soms komt namelijk het slechtste in de mens naar boven. Ik heb eens als expert in een rechtszaak opgetreden om te bekijken of de schade er al zat voordat de gevelbehandelaar aan de slag ging. Die laatste had geen foto’s gemaakt. Uiteindelijk hadden we het geluk dat Google er voor Google Streetview foto’s had gemaakt. We konden ze bewijzen dat de schade er al was voordat de reiniger aan de gang ging.”
Hydrofoberen van de gevel
Cementgebonden materialen zijn makkelijker te reinigen dan baksteen, constateert Koek. Dat komt doordat het materiaal aan het oppervlak wat minder samenhang heeft door de inwerking van (zure) regen. “Bij graffitiverwijdering op dergelijke materialen is een veelgemaakte fout dat gevelbehandelaars direct beginnen met stralen. Je kan dan beter eerst met chemie proberen om de verf op te lossen.” Koek haalt ook de situatie aan waarin een gevel is gehydrofobeerd. “Bij het hydrofoberen van de gevel wordt een product aangebracht dat de muur beschermt tegen de weersinvloeden. De gevel wordt hierdoor waterafstotend zodat je de kans op vochtproblemen verkleint. Als dat is gedaan zie je dat aan plaatsen waar geen water langs de gevel stroomt, zoals onder een vensterbank. Daar is de gevel dan vuiler doordat het vuil daar niet wordt weggespoeld. Voor die vlakken volstaat dus alleen schoonspuiten.”
Gebouwpaspoort
Wat Koek betreft zou het handig zijn om de gebouwgeschiedenis vast te leggen. “Welke materialen zijn waar gebruikt? Dat zou zoveel aan voorbereiding en discussie schelen voor een gevelbehandelaar. Zaak is dan wel dat gebouwpaspoort bij te houden zodat je precies weet wanneer wat door wie is gedaan, zodat je daarop kunt inspelen. Dat voorkomt ook onduidelijkheden over wat een gevelbehandelaar nu wel en niet wist van tevoren. Dat helpt, maar in essentie moet een gevelbehandelaar ook weten wat hij doet. Dat gaat over steensoorten en de behandeling zelf.” Tot slot hamert Koek nog eens op de kern van zijn verhaal. “Ga niet zonder kennis aan de slag.”
Dit verhaal is al eens eerder gepubliceerd.