Het onderzoek startte na de Krokusvakantie. In totaal werkten 6 basisscholen in de regio Antwerpen mee: Sint-Petrus in Kruibeke, De Linde in Deurne, Sint-Martinus in Burcht, Mater Dei in Gooreind, Vrije Basisoefenschool in Wijnegem en Het Hinkelpad in Berchem. Per school werden telkens 1 kleuterklas en 1 klas van het lager onderwijs geselecteerd om de luchtkwaliteit in die lokalen gedurende een week te meten.
CO2-concentratie te hoog
In de onderzochte klaslokalen steeg de CO2-concentratie meer dan eens boven de ideale waarde. Vanaf 900 ppm kan er al concentratieverlies optreden. Onder 1200 ppm wordt als aanbevolen grenswaarde vooropgesteld. In een aantal scholen werden die niveaus toch regelmatig overschreden, maar niet de hele tijd. In 15 procent van de tijd, als de kinderen in het lokaal waren, steeg het CO2-niveau boven 900 ppm. In 5 procent van de tijd zelfs boven 1200 ppm.
Bepaalde stoffen in ontsmettingsmiddelen en schoonmaakproducten kunnen een nadelig effect hebben op de luchtkwaliteit.
Chemische verontreiniging
Opmerkelijk zijn ook de hoge concentraties fijnstof die geregeld werden gemeten, wat dan weer samenhangt met het hoge niveau van stikstofdioxide. Hier werd ook een duidelijk verband gevonden met de uitstoot door het verkeer in de nabijheid van de scholen. Via de openstaande ramen bedoeld voor meer ventilatie in de klassen is het voorbijrijdend verkeer dan weer nadelig voor de luchtkwaliteit.
De onderzoekers van Atmosafe stelden vast dat het overal te koud was in de klaslokalen, namelijk onder 20° C (aanbevolen richtlijn). De luchtvochtigheid stond overal op punt door de open ramen. De chemische verontreiniging viel in alle lokalen goed mee en kwam niet boven de interventiewaarde uit. Bepaalde stoffen in ontsmettingsmiddelen en schoonmaakproducten kunnen een nadelig effect hebben op de luchtkwaliteit, stellen de onderzoekers. “Maar de invloed van dergelijke componenten was overal acceptabel.”
Invloed van verkeer
“De ramen open zetten in klaslokalen helpt zeker tegen CO2. De uitstoot van onder meer fijnstof door voorbijrijdend verkeer is dan weer niet gezond en nam soms extreme waarden aan. Zelfs met de ramen open steeg in 15 procent van de tijd het CO2-niveau boven 900 ppm. Maar wat zal het effect dan wel niet zijn als we na de coronacrisis de ramen weer meer gesloten houden? Dat aspect moet toch zeker goed opgevolgd worden”, vat Peter Boodts van Atmosafe in grote lijnen samen.
“Een oplossing kan zijn om de ramen te openen aan de kant waar geen verkeer langsrijdt. Een alternatief is om de ramen niet meer open te zetten en een degelijk ventilatiesysteem te voorzien. Hier kunnen we een parallel trekken met kantoorgebouwen die doorgaans uitgerust zijn met ventilatiesystemen. Maar dat veronderstelt wel een bepaalde investering voor de scholen. Trouwens in 5 van de 12 klassen was mechanische ventilatie aanwezig. Ondanks die systemen stonden de ramen in alle scholen open volgens de coronarichtlijnen.”
Atmosafe is van plan om vanaf het najaar ook een gelijkaardig onderzoek te doen naar de binnenluchtkwaliteit in middelbare scholen.