Hoe gebruik ik het Veiligheidsinformatieblad voor werkplekinstructies? 

Hoe gebruik ik het Veiligheidsinformatieblad voor werkplekinstructies? 

Het veiligheidsinformatieblad (Vib), ook wel bekend als Safety Data Sheet of (M)SDS, is een document dat informatie geeft over de eigenschappen en de gevaren van en de veilige omgang met een gevaarlijk product. Het Vib wordt opgesteld door de leverancier of de fabrikant en moet actief worden verstrekt aan de afnemer van een professioneel product. Een belangrijk document: werkgevers zijn verplicht te zorgen dat de maatregelen voor veilig gebruik worden opgevolgd door medewerkers. De Nederlandse Arbeidsinspectie handhaaft op deze verplichting. Maar hoe vertaal je het Vib naar werkplekinstructies?

Een Vib is ervoor bedoeld om te helpen bij het beoordelen van de risico's van het product en passende maatregelen te nemen voor de bescherming van de gezondheid en de veiligheid van de werknemers en het milieu. Het document bestaat uit 16 rubrieken die elk een bepaald aspect van het product behandelen. Het is belangrijk om het Vib zorgvuldig te lezen en te begrijpen, voordat men met een product gaat werken.  

Werkinstructies als vertaling

Vib’s zijn echter complexe documenten die niet voor iedereen leesbaar zijn. Het is dan ook primair een document voor (HSE-)medewerkers die de informatie uit een Vib moeten gebruiken bij het opstellen van heldere werkinstructies. De werkinstructies zijn voor een deel een vertaling van de informatie uit het Vib. Daarbij wordt alleen die informatie gedeeld met de gebruiker die relevant is voor zijn of haar werkzaamheden.  

Hoe gebruik ik het Vib voor het opstellen van werkinstructies? 

De 16 rubrieken van een Vib behandelen elk een bepaald aspect van het product. Voor het opstellen van werkinstructies zijn vooral de volgende rubrieken van belang: 

  • Rubriek 1: naast de naam van het product en de fabrikant, staat in rubriek 1 informatie over waar het product voor bedoeld is. Ook kan hier ‘ontraden’ gebruik worden vermeld. Het is belangrijk om het product alleen te gebruiken waarvoor het volgens deze rubriek bedoeld is. 
  • Rubriek 2: deze rubriek geeft de indeling van de stof of het mengsel volgens de Europese regelgeving (CLP). Je vindt hier de relevante gevarenpictogrammen, de gevarenaanduidingen en de voorzorgsmaatregelen. Met name de pictogrammen en gevarenaanduidingen zijn belangrijk om over te nemen in de werkinstructies. Deze informatie moet overeenkomen met het etiket van het product. 
  • Rubriek 3: deze rubriek bevat informatie over de samenstelling van het product. Deze informatie is relevant voor de Risico-Inventarisatie & Evaluatie (RI&E), maar over het algemeen niet voor de gebruiker zelf. 
  • Rubriek 4: deze rubriek geeft de instructies voor het verlenen van eerste hulp bij inademing, inslikken, huidcontact of oogcontact met de stof of het mengsel. Let hierbij vooral op of er specifieke hulpmiddelen nodig zijn in geval van een blootstelling aan het product, bijvoorbeeld een oogdouche. 
  • Rubriek 5: deze rubriek geeft informatie over de voorschriften voor de bestrijding van een brand die het product veroorzaakt, of die in de nabijheid is van het product. Als het om een ontvlambaar product gaat waar specifieke blusmiddelen benodigd zijn, is dit relevant om op te nemen in de werkinstructies. 
  • Rubriek 6: als het product (bijvoorbeeld door het omstoten van de verpakking) onverhoopt per ongeluk vrijkomt, kunnen er aanvullende maatregelen zijn die men moet volgen bij het opruimen. Deze rubriek geeft daar meer informatie over.  
  • Rubriek 7: deze rubriek geeft de voorzorgsmaatregelen voor een veilige hantering en opslag van de stof of het mengsel, zoals de ventilatie, de temperatuur of met welke andere middelen dit product niet mag worden opgeslagen. Deze rubriek is alleen relevant als de gebruiker betrokken is bij het opslaan van het product. 
  • Rubriek 8: als werknemers met persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM’s) moeten werken, dan is het belangrijk om te weten welk type PBM zij moeten dragen. Dit komt zeer nauw: deze rubriek stelt bijvoorbeeld van welk materiaal handschoenen moeten zijn gemaakt. Alleen het genoemde materiaal is dan geschikt voor gebruik. 
  • Rubriek 15: in deze rubriek staat of er landspecifieke overwegingen van toepassing zijn. Zit er bijvoorbeeld een stof in die op de SZW-lijst van kankerverwekkende stoffen en processen van SZW staat, dan gelden er aanvullende maatregelen voor het gebruik vanuit de Nederlandse Arbowetgeving. 
  • Eventuele bijlage bij het Vib: het kan zijn dat het Vib een bijlage bevat, bijvoorbeeld een of meerdere SUMI’s (Safe Use of Mixtures Information). Deze documenten bevatten de resultaten van een veiligheidsbeoordeling en geven mogelijk aanvullende beperkingen voor het gebruik. Bijvoorbeeld hoe lang je met het product per dag mag werken.  

Voor het opstellen van werkinstructies moet je de informatie uit deze rubrieken vertalen naar concrete en begrijpelijke instructies voor de werknemers. Hierbij dien je rekening te houden met de specifieke situatie en omstandigheden van de werkplek. Een handig instrument voor het opstellen van heldere werkinstructies is de werkplekinstructiekaart (Wik). Bij het opstellen hiervan kunt je nagaan of een werknemer na het lezen van de Wik ten minste de volgende vragen kan beantwoorden:  

  1. Wat is de (handels)naam van het product waarmee ik ga werken?
  2. Wat zijn de gevaren en risico’s van het product? 
  3. Hoe kan ik blootstelling aan de gevaren van het product voorkomen of beperken? 
  4. Op welke manier kan ik de risico’s zo klein mogelijk houden? 
  5. Welke persoonlijke beschermingsmiddelen zijn nodig (welk type handschoenen, veiligheidsbril enzovoort)? 
  6. Is er EHBO-informatie (wat kan ik zelf doen, wie zijn de gediplomeerde EHBO’ers en hoe kan ik ze bereiken)? 
  7. Hoe moet je een gelekt of gemorst product op een veilige en verantwoorde manier opruimen? 
  8. Hoe moet het product worden opgeslagen (gelden er bepaalde veiligheidsvoorzieningen, zoals het niet bij elkaar plaatsen van bepaalde producten)? 
  9. Wat moet ik doen in geval van een ongeluk of brand? Is er een noodplan aanwezig? Welke blusmiddelen kan ik gebruiken? Indien we met machines werken, welke knoppen moet ik op UIT zetten? 
  10. Wat zijn de noodtelefoonnummers (intern) in geval van een foutieve handeling, een ongeluk, een ongeval of brand? 
  11. Heb ik nog een actuele versie van de Wik? 
  12. Waar kan ik eventueel aanvullende instructies vinden?  

Geschreven door Marten Kops, directeur NVZ - Schoon | Hygiënisch | Duurzaam

Lees meer: