Prinsjesdag 2024: alles wat van belang is voor schoonmaakondernemers

Prinsjesdag 2024: alles wat van belang is voor schoonmaakondernemers

Uit de Rijksbegroting voor 2025 wordt meer duidelijk over de concrete plannen die dit kabinet gaat inzetten voor het komende jaar. We zetten de hoogtepunten die voor schoonmaakbedrijven van belang zijn op een rij.

Mkb-winstvrijstelling

De aftrekpost om het winstbedrag voor de belastingafdracht te verlagen, daalt in 2025. Hierdoor stijgt de belasting op de winst. Het kabinet heeft de in de Voorjaarsnota aangekondigde verlaging naar 12,07 procent teruggedraaid. De mkb-winstvrijstelling gaat nog steeds omlaag, maar naar 12,7 procent. In 2024 is het percentage 13,31 procent en in de jaren daarvoor was het 14 procent.

Vennootschapsbelasting (Vpb)

Er wordt niet gesleuteld aan de percentages van de Vpb. Het huidige lage tarief in de vennootschapsbelasting is 19 procent. Dat geldt voor de winst tot 200.000 euro. Over het bedrag daarboven betaal je het hoge tarief. Dat is dit jaar 25,8 procent. De rente is momenteel niet aftrekbaar voor zover het saldo van verschuldigde en ontvangen rente meer bedraagt dan 20 procent van de winst. Dat gaat omhoog naar 25 procent, het Europees gemiddelde. Aan de andere kant wordt de giftenaftrek in de Vpb beperkt.

Energiebelasting

Het nieuwe kabinet draait de tariefverhoging van de derde, vierde en vijfde schijf op aardgas terug. De eerste en tweede schijf worden zelfs verlaagd ten opzichte van het niveau in 2024. Er geldt een laagtarief voor ondernemers in de tuinbouwsector. De accijnsverlaging van brandstoffen wordt verder verlengd tot en met 2025. “De verlaging levert voor een huishouden met een gemiddeld verbruik van 1.050 m3 aardgas per jaar een financieel voordeel op van circa 29 euro in 2025 oplopend naar circa 50 euro in 2030. Het voordeel komt ook terecht bij bedrijven die aardgas verbruiken”, staat in het Belastingplan.

Inkoopfaciliteit eigen aandelen

Ondernemingen kunnen hun eigen aandelen blijven kopen met vrijstelling van dividendbelasting. De inkoopfaciliteit eigen aandelen blijft bestaan. Ongeveer de helft van de Nederlandse beursgenoteerde bedrijven maakt gebruik van deze regeling. De Tweede Kamer wilde deze vrijstelling schrappen en zo 814 miljoen euro extra incasseren, maar Rutte IV was daar geen voorstander van. Het schrappen van deze regeling is een lastenverzwaring die het investeringsklimaat onaantrekkelijker maakt. Het vorige kabinet wees dat omringende landen een dergelijke vrijstelling wel voeren, zodat Nederlandse beursgenoteerde bedrijven in hun opties voor kapitaalallocatie worden belemmerd ten opzichte van andere landen. “Gelet op de nadelige gevolgen van de afschaffing van de inkoopfaciliteit in de dividendbelasting op de concurrentiepositie van Nederlandse bedrijven en daarmee ook op het Nederlandse vestigingsklimaat, wenst het kabinet de inkoopfaciliteit in de dividendbelasting te behouden”, aldus het kabinet.

Thuiswerkvergoeding

De thuiswerkvergoeding wordt wel geïndexeerd. Dat gebeurt via de tabelcorrectiefactor (tcf). Om deze te bepalen, worden de consumentenprijzen van het eerste half jaar van 2024 en het laatste half jaar van 2023 afgezet tegen de consumentenprijzen van de laatste twee kwartalen van dit jaar. De tcf wordt in december vastgesteld en toegepast op de vergoeding van 2024 (2,35 euro per dag) om de vergoeding van 2025 vast te stellen.

Awf-premie (WW)

De gedifferentieerde premie voor het Algemeen Werkloosheidsfonds (AWf) verandert. De tarieven stijgen. Het lage tarief gaat van 2,64 nu naar 2,74 procent in 2025. Het hoge tarief gaat van 7,64 in 2024 naar 7,74 procent in 2025.

Tarieven inkomstenbelasting

De tarieven voor de inkomstenbelastingen veranderen, waardoor er nu drie tarieven bestaan. In het huidige beleid wordt 36,97 procent gerekend voor de eerste en tweede schijf, dus tot een inkomen van 75.519 euro. In 2025 geldt er een ander tarief voor de eerste schijf die in het vorige beleid feitelijk verdween. De eerste schijf geldt volgend jaar voor inkomens tot 38.411 euro bruto per jaar. Daarover geldt een belastingtarief van 35,82 procent. De tweede schijf gaat tot 76.817 euro en hiervoor geldt een tarief van 37,48 procent. De derde schijf blijft 49,50 procent.

WKR

De WKR blijft ongewijzigd. De vrije ruimte binnen de werkkostenregeling geldt tot een percentage van de loonsom. De vrije ruimte is in 2024 1,92 procent van de eerste 400.000 euro. Dat betekent dat de vrije ruimte voor dat deel neerkomt op 7.680 euro. Hierover betaal je dan geen belasting. Als je totale loonsom hoger is dan 400.000 euro, reken je over het meerdere volgend jaar 1,18 procent om de vrije ruimte vast te stellen. Ter illustratie:

  • Bij een loonsom van 400.000 euro is de vrije ruimte: 4.000 x 1,92 = 7.680 euro
  • Bij een loonsom van 800.000 euro is de vrije ruimte: (4.000 x 1,92) + (4.000 x 1,18) = 12.400 euro
  • Bij een loonsom van 270.000 euro is de vrije ruimte: 2.700 x 1,92 = 5.184 euro

Bron: cm:

Lees meer: