"Een klap in het gezicht" voor mensen met zwaar werk. Zo bestempelde FNV een week voor Prinsjesdag het openingsbod van het kabinet rondom vroegpensioen. Nog steeds wil de vakbond niet aanschuiven bij de onderhandelingen, totdat de regering meet een beter voorstel komt. Integendeel, ze gaan liever over op nieuwe en hardere acties na de stakingen van de afgelopen tijd.
Sfeer grimmig
Dat is de sfeer waarin het onderwerp zich momenteel begeeft en waarin de Tweede Kamer het debat aangaat. Zij moeten een middenweg zien te vinden tussen de wensen van de bonden en de werkgevers. Beide willen dat de RVU op een manier gecontinueerd wordt, maar het hoe en wat is een groot discussiepunt. Zo willen de bonden een permanente RVU, terwijl werkgevers vrezen voor een terugkeer van de in 2006 afgeschafte VUT.
Utopie
Enig achtergrond, want waarom is de RVU als tijdelijke regeling in het leven geroepen? Een zwaar beroep blijft immers een zwaar beroep. In 2019 was duidelijk dat mensen met zware beroepen de helpende hand moest worden toegestoken, omdat zij niet naar alle waarschijnlijkheid niet hun pensioen zouden halen op een gezonde manier. In de jaren die volgden, moesten sociale partners een klimaat creëren, waarin mensen met zware beroepen wel gezond de eindstreep zouden kunnen halen. Nu blijkt alleen dat die maatregelen er nog lang niet afdoende zijn. Volgens de bonden is dat trouwens ook een utopie. Zij betogen dat het een illusie is dat mensen via duurzame inzetbaarheid wel gezond hun pensioen kunnen halen. Vandaar dat zij inzetten op een permanente regeling, in plaats van een nieuwe tijdelijke regeling. Ook willen zij de uitkering verhogen.
Voorstel kabinet
Het voorstel van het kabinet was om de uitkering te verhogen met 10 procent, maar het aantal mensen dat van de regeling gebruik mag maken, moet begrenst worden op 15 duizend mensen. Ook wil het kabinet mensen die meer dan 74 duizend euro bruto per jaar verdienen, uitsluiten van de regeling. De regeling is volgens minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Van Hijum namelijk in eerste instantie niet bedoeld voor hogere inkomens. Ook betoogt hij dat periodieke bijsturing nodig is om ervoor te zorgen dat de regeling niet uit de hand loopt. Dus dat alleen de mensen voor wie de regeling in beginsel is bedoeld er ook gebruik van (kunnen) maken.
Bron: fd.