Rolien van Groeningen: "Ook de schoonmaker is een mens met een verhaal"

Rolien van Groeningen: "Ook de schoonmaker is een mens met een verhaal"

In 2007 werd ze door de overname van Domestic-Outsourcing (dienstverlening bij mensen thuis) in één klap werkgever en in 2013 maakte ze haar debuut als 'schoonmaakbaas' door het roer van KSV Facilitair over te nemen. We hebben het hier over Rolien van Groeningen, bestuurslid van branchevereniging SieV. Een gepassioneerde en bevlogen onderneemster bij wie dienstverlening door de aderen stroomt. Haar missie? Het bewustzijn vergroten over de mensen in de branche die dag in, dag uit keihard werken. "Het is niet zomaar 'de schoonmaker', maar een persoon zoals jij en ik die elke avond met zweet op het voorhoofd jouw bureau staat te poetsen."

Van Groeningen begon haar carrière als verpleegkundige. Op de vraag waarom ze jaren geleden besloot om de overstap naar schoonmaak te maken, moet ze even nadenken. “Het leven loopt zoals het lopen moet”, zegt ze schouderophalend. “Toen ik Domestic-Outsourcing overnam, was het mijn doelstelling om vooral de thuiszorgkant op te gaan. Maar ondertussen kwamen er steeds meer aanvragen voor reguliere schoonmaak. Op dat moment had ik daar geen kaas van gegeten, dus haakte ik een concullega aan. Dat heb ik een aantal jaar zo gedaan, totdat ik dacht: dat kan ik zelf misschien wel beter.” Zodoende nam Van Groeningen in 2013 het bestaande schoonmaakbedrijf KSV Facilitair over.

Dienstverlening staat centraal

De onderneemster ziet duidelijke parallellen tussen de zorg en schoonmaak. “In beide branches draait het om het helpen van mensen. Dienstverlening staat centraal in zowel de schoonmaak als in de zorg. En ik sta dienstverlenend in het leven, dus wat dat betreft past het heel goed. Ook de dynamiek spreekt me aan. In beide sectoren ben je continu aan het schakelen om de dienstverlening te optimaliseren. Dat geeft mij energie. Er kan à la minuut iets veranderen.”

Het is dan ook vooral de menselijke kant van de schoonmaakbranche die voor haar het verschil maakt. Lachend: “In het overnametraject van KSV zei de voormalige eigenaresse dat als je eenmaal in de schoonmaak terechtkomt, je de branche nooit meer verlaat. Dat zal wel meevallen, dacht ik toen. Maar inmiddels deel ik die mening en ben ook ik gegrepen door het schoonmaakvirus.”

Reële afspraken met opdrachtgevers

“Het contact met opdrachtgevers die een klus willen wegzetten vind ik erg leuk”, vervolgt ze enthousiast. “Het is een continue zoektocht naar hoe we de juiste dienstverlening kunnen neerzetten binnen de gegeven mogelijkheden. Waarbij we altijd oog houden voor onze collega’s die het werk uiteindelijk moeten gaan doen. Is het wel reëel?”

Van Groeningen vertelt dat ze er daarom ook bewust voor kiest om niet in te schrijven op aanbestedingen. Want wat er in die trajecten gevraagd wordt, is niet altijd reëel. “Degene op de werkvloer, die met z’n doekje en spuitflacon het werk in een paar minuten tijd moet doen, is vaak de Sjaak. Dat vind ik oneerlijk en daar wil ik niet aan meewerken. Natuurlijk mag je collega’s aansporen om het werk efficiënt en met de juiste kwaliteit uit te voeren, want er moet at the end wel geld verdiend worden. Maar wel op een reële en menselijke manier.”

Eigen schuld

Van Groeningen merkt op dat er best meer waardering uitgesproken mag worden naar de branche. De partijen die dit niet doen, laat de onderneemster het liefst links liggen. “Als het voor mij niet goed voelt, dan ga ik niet met ze in zee”, zegt ze. Over waar dat gebrek aan respect vandaan komt: “Wij, als branche, zijn daar in meer of mindere mate zelf verantwoordelijk voor. Door al die jaren maar mee te gaan in de lage budgetten van de opdrachtgevers zijn we er naar mijn idee zelf met open ogen en oren ingetuind. We moeten proberen daar verandering in te brengen.”

Dat lijkt nu langzaamaan op gang te komen. “De wereld is in transitie. Gebeurtenissen zoals de coronapandemie en de oorlog in Oekraïne zetten ons allemaal aan het denken: waar zijn we nu eigenlijk mee bezig? We worden ons steeds bewuster van allerlei zaken, zoals het klimaat, hoe we met elkaar samenleven en de arbeidsmarkt. We begrijpen ook steeds beter dat we moeten betalen voor hetgeen we willen hebben. Dat geldt voor een speklapje, een houten plank, maar ook voor de schoonmaak. Waar opdrachtgevers eerder keihard waren in hun wensen en het beschikbare budget, staat men nu steeds meer open voor een dialoog. Als wij op een correcte manier onderbouwen waarom we een bepaalde hoeveelheid tijd nodig hebben voor de schoonmaak van het pand, dan luistert men daar nu vaker naar.”

Opeens werkgever

Van Groeningen is natuurlijk ondernemer, maar zij werd door de verschillende overnames ook van de ene op de andere dag werkgever. Soms is dat nog steeds wennen. Ze zegt: “Er komen nog regelmatig situaties voorbij waar ik over na moet denken hoe ik ermee om moet of wil gaan. Al doende leert men, ook in dit geval.”

We hebben elkaar nodig.”

In 2007 kreeg ze in één klap de leiding én verantwoordelijkheid over 18 personeelsleden. Inmiddels zijn dat er ruim 120. “Het begin was enorm pittig”, blikt Van Groeningen terug. “Ik kreeg aardig wat weerstand te verduren. ‘Wie denkt zij wel niet dat ze is om mij even de les te komen lezen’, dachten de collega’s. Dat ik geen schoonmaakervaring had en ook nog eens de jongste was, hielp niet bepaald mee. Ik heb keihard moeten werken om hun vertrouwen te winnen en de boel op de rit te houden, maar dat is wel mooi gelukt.”

Elkaar nodig hebben

Hoe heeft ze dat voor elkaar gekregen? “Door uit te dragen dat iedereen binnen de organisatie waardevol is en dat we het echt met elkaar moeten doen. We hebben elkaar nodig.” Goed werkgeverschap vindt Van Groeningen dan ook super belangrijk. “Denk aan een persoonlijk kaartje als er bij iemand privé iets vervelends aan de hand is. Of het gesprek aangaan over bijvoorbeeld schulden. Financiële zorgen kunnen super stressvol zijn en de oplossing is vaak dichterbij dan je denkt. Ik wil samen kijken hoe we dat kunnen oplossen. Uiteraard alles binnen reële grenzen, maar als we iemand uit de penarie kunnen helpen, schept dat vertrouwen en loyaliteit. Dat komt ten goede van de arbeidsrelatie en de toekomstige samenwerking, waar het bedrijf uiteindelijk ook weer van profiteert.”

Ze vervolgt: “Tijdens de coronacrisis hebben we ook financiële concessies gedaan. Terwijl een deel van het werk wegviel, hebben we ons personeel wel doorbetaald. Zonder externe steun. Puur om hen het vertrouwen te geven dat we er met elkaar doorheen zouden komen.” En dat is gelukt. Trots zegt ze: “Zo binden we het personeel aan ons. Het verloop is laag en we hebben nu ook geen schrijnend personeelstekort, waar ik andere bedrijven wel over hoor. Alhoewel het vinden van geschikt personeel zeker een uitdaging is, ook voor ons. Het maakt me trots als mijn collega’s het bedrijf een trouwe of fijne werkgever noemen. Dat is één van de dingen waar ik het uiteindelijk voor doe.”

Puur om de centen

Sinds begin 2022 versterkt Van Groeningen het bestuur van SieV. Tijdens haar introductie op de algemene ledenvergadering van de branchevereniging noemde ze de schoonmaak een “harde branche”. Wat bedoelde ze daar precies mee? “Het gaat in de schoonmaak vaak om geld, zonder de mensen op de werkvloer daarbij in oogschouw te houden. ‘Dit is het budget en daar moet dit programma voor gedraaid worden’, wordt er dan gezegd. Geld is voor mij niet het belangrijkste en ik ben door mijn zorgachtergrond veel meer gewend om vanuit de menselijke kant te kijken naar haalbaarheid.”

Schoonmaker is ook een mens

In haar rol binnen SieV hoopt Van Groeningen een steentje bij te kunnen dragen aan een positiever beeld van de schoonmaakbranche. “Waarbij we de schoonmaker een gezicht geven en mensen ervan bewust maken dat ‘de schoonmaker’ niet een robot is. We zijn allemaal mensen, met een naam, een gezin en een eigen verhaal. Mensen die er elke dag staan om jouw vuil op te ruimen. Dat een medewerker dan een keertje de prullenbak vergeet, is misschien vervelend, maar dat kan nu eenmaal gebeuren. We zijn allemaal weleens afgeleid. Het is niet ‘de schoonmaker’ die ‘weer iets is vergeten’. Daar zit een verhaal achter. Probeer je daar eens in in te leven en maak dan die boze opmerking nog een keer. Ik wed dat je er dan heel anders naar kijkt.” Als ik afsluitend vraag naar de rest van haar ambities of doelen voor de komende tijd, zegt ze met een brede glimlach: “Ik heb torenhoge ambities, maar weet je? Het leven loopt zoals het lopen moet.”

Dit artikel is eerder gepubliceerd.

Lees ook:

John Verpoort (Asito): "Als budgetcoach is het belangrijk om vertrouwen te winnen"

John Verpoort (Asito): "Als budgetcoach is het belangrijk om...

Bij veel schoonmaakbedrijven staat de financiële gezondheid van de medewerkers op de agenda. Zeker sinds de prijsstijgingen van de afgelopen twee jaar, komen steeds mer mensen in de knel. En dat zorgt voor veel stress en verdriet, terwijl de branche juist inzet op welzijn en (werk)geluk. Ook Asito helpt medewerkers die daar behoefte aan hebben daarom met hun financiën met een budgetcoach.

CSU MeewerkWeek levert waardevolle inzichten op

CSU MeewerkWeek levert waardevolle inzichten op

Tijdens de jaarlijkse CSU MeewerkWeek werken alle kantoorcollega's mee met schoonmaakcollega's op de werkvloer. Ook dit jaar gaven de schoonmaakmedewerkers van CSU weer een inkijkje in hun werk(dag). Er vonden mooie en leuke gesprekken plaats die zorgden voor veel ideeën om het werk te verbeteren.

Romaro viert 40-jarig bestaan groots met mooi magazine

Romaro viert 40-jarig bestaan groots met mooi magazine

Romaro Schoonmaakgroep viert dit jaar een mooi jubileum: ze maken al veertig jaar schoon. En dat mag natuurlijk gevierd worden. Dat doen ze met een mooie glossy waarin ze de lezer meenemen in Romaro's ontstaansgeschiedenis, verhalen en beelden van vroeger en nu en een overzicht van belangrijke gebeurtenissen binnen en buiten het bedrijf door de jaren heen.

CSU is finalist voor award Diversiteit in Bedrijf 2024  

CSU is finalist voor award Diversiteit in Bedrijf 2024

CSU is op 1 oktober een van de drie finalisten voor de award Diversiteit in Bedrijf van de Sociaal-Economische Raad (SER). De award gaat eens per twee jaar naar het meest vernieuwende, overdraagbare en effectieve initiatief voor diversiteit en inclusiviteit op de werkvloer. De andere finalisten zijn Amsterdam UMC en IKEA.