Dat de lonen zo snel stijgen heeft alles te maken met de hoge inflatie. Daardoor zijn werkgevers gedwongen om tegemoet te komen aan de eisen van vakbonden, legt Notten uit. Volgens hem is er sprake van een ‘’behoorlijke inflatiereparatie’’. In de laatste maanden is de hoogte van de inflatie behoorlijk afgenomen, omdat de energieprijzen veel lager liggen dan in 2022. De inflatiecijfers voor het derde kwartaal van dit jaar worden volgende week bekendgemaakt. Op basis van de bekende maandcijfers over juli en augustus en een al gedane snelle raming voor september denkt het CBS dat de inflatie rond de 2,6 procent gaat uitkomen.
Koopkrachtdaling
Dat is behoorlijk lager dan de loonstijging, wat zou betekenen dat de reële loonstijging 3,4 procent zou bedragen. Notten legt uit dat dit cijfer een goede graadmeter is voor de koopkracht van Nederlandse werknemers. Dat wil zeggen dat medewerkers er, gelet op hun cao-loon, het meest op vooruit gaan in hun portemonnee sinds het statistiekbureau dit begin van deze eeuw bijhoudt. Vorige maand meldde het statistiekbureau dat in heel 2022 de grootste koopkrachtdaling in zo’n veertig jaar voorkwam. Daarin waren ook de maatregelen van de overheid om huishoudens te helpen met hun gestegen energierekening meegenomen. "Dat de reële loonstijging nu zo hoog uitpakt, wil dus niet zeggen dat de koopkracht in zijn geheel ook zo sterk omhooggaat", nuanceert Notten.