"Waarom zou ik een blad voor de mond nemen?" vraagt Rutgrink zich af aan De Veiligheidskundige. "Dan verandert er nooit iets." Zijn eerlijkheid over de cultuur in de schoonmaakbranche werkt ontwapenend, net als zijn deurvullende postuur. Dat laatste is wel eens handig op de ladder of in de hoogwerker, maar het praktische werk laat hij nu aan anderen, die het – onder zijn toezicht – veilig moeten uitvoeren. Zijn schoonmaakbedrijf moet zich even zelfstandig redden, terwijl hij zich als senior veiligheidskundige bemoeit met de gang van zaken op een bouwterrein op de Tweede Maasvlakte.
Scriptie
Met zijn MVK-scriptie over persoonlijke valbeveiliging in de hoogwerker won Rutgrink de derde plaats voor de DVK Schrijfprijs prijs 2023. Hij schetst een ontluisterend beeld van het veiligheidsbesef in de branche en tegelijk van de inhaalslag die er gemaakt wordt. Het onderwerp Valbeveiliging is nu toegevoegd in de Excelsheet object-RI&E en opgenomen in het SieV Keurmerk Glas&Gevel. Kern van zijn scriptie: in de werkbak van de hoogwerker moet de glazenwasser een harnasgordel dragen met een korte veiligheidslijn zónder valdemper. Persoonlijke valbeveiliging is verplicht, omdat een glazenwasser tijdens het werk buiten de bak moet reiken en een korte vanglijn is beter, omdat die tevens preventief (als positionering) werkt. Er hoort geen lange vanglijn met schokdemper tussen het bevestigingspunt en de D-ring op de harnasgordel. De korte lanyard zorgt ervoor dat je niet uit de bak kunt vallen en dan hang je dus ook niet hulpeloos te bungelen als het misgaat.
Schoonmaak nog steeds sluitpost
Dat er nu door glazenwassers en gevelreinigers over valpreventie wordt nagedacht, is al pure winst. Maar het is niet alleen de arbeidsveiligheid die stiefmoederlijk behandeld wordt: de hele branche opereert qua arbeidsomstandigheden in een soort schaduwwereld. Schoonmaak is doorgaans een sluitpost op de begroting en het gebeurt grotendeels uit zicht en buiten kantooruren. Bovendien is het een vak waar in de ogen van de buitenwereld geen bijzondere deskundigheid voor nodig is; iedereen kan het. Maar als niemand het doet (en het begint al aardig te nijpen), wordt het op werklocaties en in verblijfsvertrekken een ongezonde en onfrisse toestand. Hoe waardevol en onmisbaar de schoonmaakbranche is, wordt onvoldoende beseft, vindt Rutgrink.
Samenwerking en overleg staat overal centraal, althans, zo belooft men. Wordt er ook geluisterd naar de schoonmaakbranche?
Rutgrink: "Nee. Wij bestaan niet. Voor de ontwerper van gebouwen niet, voor de opdrachtgever niet en zelfs niet voor de enkeling die ons aan het werk ziet. Gemiddeld gesproken, want er zijn uitzonderingen. Dat vind ik schrijnend. Ik zeg voor de grap wel eens dat de klant meer interesse heeft in de kleur van het theeservies dan in het schoonmaakcontract. In het trappenhuis wordt bijvoorbeeld geen stopcontact gemaakt voor de stofzuiger. Een bezemkast komt pas beschikbaar na lang zeuren. Er is in de regel ook geen luik gemaakt om enigszins veilig op bijvoorbeeld een glazen dak te komen en niemand vraagt zich af hoe we de ramen van een glazen liftkooi van buiten schoonmaken, net als de vensters in de liftschacht. Maar als ze vies zijn krijgen we wél klachten."
Ik neem aan dat jij de taakrisicoanalyse kunt doen voor zo'n lastig karwei. En je weet ook hoe het werk in de praktijk gebeurt.
Rutgrink: "Ja. Het 'hoe dan' wordt sowieso tot ons probleem gemaakt. Wij halen vervolgens een speciaal glazenwassersliftcertificaat om, staand boven op de liftkooi, die ramen te mogen lappen. En geloof me dat ze razendsnel vuil worden door de lucht die er bij elke liftbeweging langs wordt gezogen. En onze opdrachtgever vindt het allemaal vooral erg duur, gezien het resultaat."
Is een opdrachtgever betrokken bij de arbeidsrisico's van de schoonmaker?
Rutgrink: "Te vaak niet. Wat ik zeg: het wordt beschouwd als óns probleem. Wij krijgen de sleutel overhandigd en er wordt van uitgegaan dat het maandagochtend klaar is. Je mag al blij zijn als het licht buiten kantoortijden nog aanspringt als je op het knopje drukt. In schoolgebouwen gaat om vier uur de airco of de kachel uit: de schoonmaker redt zich maar."
Is de schoonmaker het enige slachtoffer van de onverschilligheid van anderen?
Rutgrink: "Of onwetendheid. Als je oplet zie je meer voorbeelden. Dingen die een facilitair manager, een ontwerper en ja, ook een veiligheidskundige, zich best mogen aantrekken. Neem de receptioniste. Ik heb in al die jaren nog niet één dame achter een desk aangetroffen die zich behaaglijk voelde. Altijd koude voeten. Onder de desk ligt meestal een berg verdeeldozen en verstrikte snoeren voor alle apparatuur en daar staat dan ook een elektrisch kacheltje te snorren. Dat gaat goed zolang het goed gaat."
En een veiligheidskundige die de calculator bijstaat als die gaat inschrijven op een klus.
Rutgrink: "Dat zou helemaal mooi zijn maar die situatie is voorlopig nog ver weg. We ontwerpen rustig een glazen atrium zonder ons af te vragen hoe je de onderkant van het glazen plafond reinigt of bouwen een glazen liftschacht. En er zijn vervolgens bedrijven te vinden die inschrijven zonder notie te hebben van de vereiste veiligheidsmaatregelen die ze moeten nemen en zonder voorwaarden te stellen aan de opdrachtgever. Als er zes bedrijven intekenen voor twee ton en één voor anderhalf, dan krijgt die laatste de opdracht, ook zonder keurmerk. Gelukkig is er de RAS met een klachtencommissie die ook dit soort zaken weegt en beoordeelt."
De relatief hoge graad van ongeletterdheid, praktische gerichtheid en anderstaligheid in de branche werkt niet bepaald mee.
Rutgrink: "Nee, maar we kunnen best wat meer ons best doen. Ook ik heb met acht Oekraïners gewerkt van wie er niet één een andere taal dan Oekraïens beheerste. En toch moet je duidelijk maken wat ze moeten doen, wat juist niet en waarom. Ik vertaalde alles in hun taal. Als dat op de werkvloer met Google Translate moet, dan is dat zo. En je doet dingen voor, totdat het duidelijk is. Natuurlijk kost dat tijd, maar we zijn zuinig op ons personeel. Mensen wegsturen is in deze tijd heel dom, want wie nu personeel heeft, is spekkoper. Zzp'ers worden weer in dienst genomen. Als je geen mensen hebt, houdt het gewoon op."
Wanneer ben je klaar met je missie?
Rutgrink: "Ons werk blijft lastig zolang er mensen zijn die zich wél hun studentenbaantje in de schoonmaak herinneren, maar later niet meer weten of willen weten hoe de schoonmaker heet die hun bureau afneemt. Schoonmakers doen zwaar werk dat veel te weinig wordt gezien. Als ze 's nachts vloeren moeten dweilen voor vijftien euro per uur, omdat het overdag niet glad mag worden voor anderen, dan geeft dat aan hoe we over schoonmakers en hun arbeidsomstandigheden denken. Schoonmakers bestáán. Het zijn mensen net als jij en ik en ze hebben net zo veel recht op een veilige werkplek. Als de harnasgordel in de hoogwerker gemeengoed is geworden, dan ga ik strijden voor de helm met kinband. En voor voldoende kennis over gevaarlijke stoffen, want dat is ook nog niet op orde."
Lees het hele interview bij De Veiligheidskundige >>