Hoogwerkers zijn niet weg te denken uit de beroepspraktijk van de glazenwasser. De hoogwerker biedt voor het werken op hoogte vaak de meest veilige methode. Namelijk een mobiel, maar stabiel platform. Daarom geniet het de voorkeur boven andere werkmethodes. Afhankelijk van het soort werk kunnen verschillende typen hoogwerkers worden ingezet, grofweg in te delen in de autohoogwerker en de zelfrijdende hoogwerker. Werken met de hoogwerker, zeker in combinatie met bijvoorbeeld stelen, is niet zonder risico.
Wat zijn de regels?
Zoals vrijdag. Ik zag op diverse plekken zowel schaar- als telescoophoogwerkers gewoon doordraaien. En de mensen die ik aansprak, wensten mij niet veel goeds toe nadat ik aangaf dat zij beter konden stoppen met werk (waren niet alleen glazenwassers maar ook bouwvakkers). Maar wat zijn de regels met het werken in een hoogwerker? En in een gondel, een situatie die erg te vergelijken is met een hoogwerker?
1. Tref goede voorbereidingen
Voor het werken op hoogte gelden strenge regels en moet altijd gekozen worden voor de veiligste werkwijze. Gebruik hiervoor het keuzeschema uit het AI-blad ‘Veilig werken op hoogte’. Bij het gebruik van de hoogwerker zijn goede voorbereidingen voor een veilig verloop van het werk van belang:
- Loop ter plekke de situatie na waar de hoogwerker ingezet gaat worden en maak een beoordeling. Zijn er specifieke risico’s of omstandigheden, zoals ondergrond (bijvoorbeeld obstakels, scheuren in de grond), omgeving (bebouwing/objecten die niet beschadigd mogen raken, verkeer, bovengrondse leidingen, publiek en dergelijke), specifieke risico’s bij het werk zelf (bijvoorbeeld dichte begroeiing, zwakke bomen, lantaarnpalen, laadpalen en geparkeerde voertuigen en dergelijke)?
- Ga na welke voorzieningen er nodig zijn. Hoogwerkers komen in soorten en maten: Welke kan het beste ingezet worden? Is de ondergrond daar geschikt voor? Is er voldoende ruimte voor afstempelen en afzetting?
- Let ook goed op de grootte van de werkbak. Hier moeten medewerkers handig mee kunnen werken en ze moeten het werk wel goed kunnen bereiken (zonder te ver te hoeven reiken).
- Bepaal welke persoonlijke beschermingsmiddelen er nodig zijn. En moeten voorzieningen worden getroffen in verband met verkeer of publiek? Welke afspraken over bedrijfshulpverlening moeten er gemaakt worden?
- Beslis met deze gegevens over de veiligste werkwijze. Kies er de juiste (gediplomeerde) mensen bij, met voldoende kennis en ervaring om het werk veilig uit te voeren, en zorg dat alle materialen onbeschadigd en tijdig aanwezig zijn.
- Spreek vóór de aanvang van werkzaamheden de werkwijze goed door met alle aanwezige werknemers.
2. Controleer vóór het werk de hoogwerker zelf
Het is vervelend als een hoogwerker uitvalt tijdens het werk, maar het kan ook gevaarlijk zijn:
- Werk alleen met hoogwerkers, die voorzien zijn van een CE-markering en die recent gekeurd zijn. De keuringsstickers en veiligheidsstickers dienen leesbaar te zijn.
- Zorg dat de handleiding altijd voor de medewerkers bij de hoogwerker beschikbaar is.
- Check vooraf of de bediening van de hoogwerker bekend is: elke hoogwerker werkt weer net iets anders.
- Controleer (dagelijks) voorafgaand aan de werkzaamheden of de noodstop en (nood)bedieningen goed werken (dus ook beneden bediening). Controleer bandenspanning en brandstofpeil. Gebruik voor de controle eventueel een vaste checklijst vanuit het bedrijf.
- Controleer ook de veiligheidsvoorzieningen in de werkbak: onbeschadigde bodem, relingen, toegangshek met werkende sluiting, goede bevestiging voor de valbeveiliging.
- Los zichtbare gebreken vóór gebruik eerst op. Ook lekkages van brandstof, hydraulische olie, motorolie en beschadigingen aan de mast.
- Zorg – als dat nodig is – dat de hoogwerker voldoende gestabiliseerd/afgestempeld is. Voorkom kantelen: check daarom vooraf of verzakkingen kunnen optreden als de hoogwerker zich om het werkobject moet bewegen.
3. Werk zorgvuldig
Haastig werken met een hoogwerker kan niet, daarvoor zijn de risico’s te groot. Houd daarom het volgende aan:
- Bespreek, als met twee mensen in de bak wordt gewerkt, een goede onderlinge taakverdeling af. Blijf tijdens het werk met elkaar communiceren.
- Zorg er voor dat er altijd één persoon op de grond aanwezig is, die kan handelen bij een noodsituatie.
- Zorg dat medewerkers in de bak valbescherming met schokdemping dragen en aangelijnd zijn.
- Voorkom dat medewerkers ver buiten de bak moeten reiken.
- Voorkom dat er iets op de hoogwerker valt of collega’s raakt.
- Verplaats de werkbak tijdens het werk zorgvuldig, voorkom letsel door schokken of stoten.
- Houd de werklocatie (en ook de werkbak zelf) overzichtelijk en schoon.
- Rijd niet met een zelfrijdende hoogwerker bij het verplaatsen met een hoog opgeheven bak.
- Draag het werk over aan anderen als de vermoeidheid toeslaat of neem een pauze.
- Staak het werk bij ongunstige weersomstandigheden: bij windvlagen of te harde wind (>12,5 meter per seconde/6 Bf), stevige regen, onweer, sneeuw et cetera.
4. Zorg voor de juiste beschermingsmiddelen
- Zorg voor valbescherming met schokdemping, die goed aangelijnd is. Aanlijning is verplicht voor alle personen in de werkbak.
- Check de gebruikershandleiding van de hoogwerker over het gebruik van de juiste bevestigingspunten voor de valbescherming en instrueer de medewerkers hierover.
- Draag bovendien een helm voor vallende zaken en de juiste schoenen. Vergeet ook de oog-gelaatsbescherming niet.
5. Zorg voor goede onderlinge communicatie en instructie
- Garandeer goede communicatie tussen de medewerkers op de grond en de medewerkers in de werkbak. Zorg voor goed werkende communicatiemiddelen en spreek signalen af.
- Instrueer het grondpersoneel over de werking van de noodbediening. Zij moeten direct kunnen ingrijpen als de medewerker(s) in de bak dit niet kunnen.
6. Is een hoogwerker certificaat verplicht voor zzp?
De Arbowetgeving is duidelijk: bedieners van voertuigen en hulpmiddelen moeten te allen tijde aan kunnen tonen dat zij capabel en bevoegd zijn om deze voertuigen en hulpmiddelen te bedienen. Dat geldt dus ook voor zzp’ers. Het behalen van een hoogwerker certificaat is niet expliciet verplicht gesteld, maar het is wel de beste manier om aan te tonen dat je over de benodigde kennis en vaardigheden beschikt. Veel werkgevers en opdrachtgevers vragen dan ook expliciet naar het certificaat. Vrijwel geen opdrachtgever zal jou willen inhuren als je geen certificaat hebt. Veilig werken met een hoogwerker wordt op deze manier gegarandeerd. Dus je kunt stellen dat een hoogwerker certificaat praktisch gezien verplicht is. Daarmee is het ook automatisch verplicht voor zzp’ers.
Wat is het verschil tussen een hoogwerker certificaat en een IPAF certificaat?
Wanneer je op een hoogwerker wilt werken, moet je een hoogwerker certificaat behalen. Zonder geldig certificaat mag je niet werken. Maar in sommige gevallen is een hoogwerker certificaat niet voldoende en moet je over een IPAF certificaat beschikken. Beide certificaten zijn bedoeld voor het werken op een hoogwerker. Wat is dan het verschil tussen een hoogwerker certificaat en een IPAF certificaat? Het verschil is dat het hoogwerker certificaat dat wij in Nederland gebruiken alleen geldig is in Nederland. Andere landen hebben hun eigen versie van het hoogwerker certificaat. Maar wat nu als je in meerdere landen moet kunnen werken op een hoogwerker? Om te voorkomen dat je dan voor elk land een nieuw certificaat moet halen, kun je het IPAF certificaat behalen. Dit is dus eigenlijk hetzelfde als het hoogwerker certificaat, maar dan internationaal erkend.
Waarom is er verschil?
Het IPAF certificaat is bedacht om het werken over de grens makkelijker te maken voor medewerkers uit alle landen. De verschillen zijn er nu eenmaal tussen landen onderling. Vaak zijn die verschillen helemaal niet zo groot. Maar landen onderling erkennen elkaars certificaten niet. Daarom hebben zij allemaal ingestemd met het IPAF certificaat. Dit is één certificaat waarmee je in alle 76 deelnemende landen mag werken. Het IPAF certificaat is vijf jaar geldig. Maar let op, als je in Nederland in de petrochemie werkt, is een hoogwerker certificaat niet voldoende!
Maurice Rutgrink, Middelbaar veiligheidskundige, Rutgrink Consultants