Door: Maurice Rutgrink
De RI&E is een globale inventarisatie van de risico’s die voorkomen in een organisatie. Het gaat hier om overzicht van blootstelling aan verschillende risico’s in een bedrijf. Denk aan de gevaren van het werken op hoogte voor glazenwassers. Ook het werken met gevaarlijke stoffen is een risico dat in de RI&E benoemd moet worden.
Een verdiepende RI&E is eigenlijk precies wat de naam zegt: een nadere verdieping van risico’s die al globaal opgenomen zijn in de basis-RI&E. De aanwezige risico’s bepalen de diepgang van de RI&E. Kunnen de risico’s niet goed ingepast worden in de basis-RI&E, dan kan een verdiepende RI&E nodig zijn.
De basis-RI&E wordt aangeboden aan schoonmaakbedrijven die pensioen afdragen aan de RAS. Daar kunnen zij de branche-RIE invullen. Bedrijven zonder personeel moeten wel een RI&E invullen, maar mogen zelf uitzoeken hoe en waar.
Wat is een RI&E?
Werkgevers en werknemers hebben een groot gezamenlijk belang bij goede arbeidsomstandigheden. Geen enkele organisatie is zonder risico’s. Wie arbeidsgerelateerde gezondheidsklachten en ongevallen tot een minimum wil beperken en dus verzuim wil voorkomen, doet er goed aan om de risico’s in kaart te brengen.
Dit doe je aan de hand van een Risico-inventarisatie en -evaluatie (RI&E). Een van de onderdelen waar tijdens de RIE verplicht aandacht aan besteed moet worden is 'veilige inrichting van gebouwen en algemene voorzieningen'. Denk hierbij aan:
- werkplekken,
- terreinen,
- inrichtingseisen (bouwbesluit), denk aan vloeren, paden, gang, trappen, deuren, liften,
- brandveiligheid, compartimentering, brand- alarminstallaties, brandblusmiddelen etc.
- schoonmaak & hygiëne,
- eisen voor ontspanningsruimten, voorzieningen in noodsituaties,
- onderhoud van het gebouw,
- technische installaties/ klimaatsystemen.
Wanneer is een verdiepende RI&E nodig?
Het vaststellen van een risico op blootstelling aan specifieke gevaarlijke stoffen betekent nog niet dat er een volledige inventarisatie is uitgevoerd. Het Arbobesluit bepaalt bovendien ten aanzien van specifieke gevaarlijke stoffen (art. 4.2a) dat de hoeveelheid, vorm van de arbeid en het aantal werknemers dat in aanraking komt met de gevaarlijke stof moet worden vermeld.
Er kan dan gekozen worden voor een verdiepende RI&E op dit specifieke onderwerp. Hierin worden deze punten nader uitgewerkt, omdat het opnemen van alle aanwezige risico’s in één document tot een onleesbaar geheel zou leiden.
Een wijziging van de omstandigheden bij een bedrijf (bijvoorbeeld organisatorische veranderingen of een verhuizing) kunnen ertoe leiden dat een nieuwe inventarisatie van de risico’s nodig is. Uit praktisch oogpunt wordt dat een verdiepende RI&E. Denk hierbij niet alleen aan gebruik van deze stoffen maar ook aan opslag, vervoer, en als laatste het afvoeren van deze stoffen.
Aan opslag en vervoer van gevaarlijke stoffen zijn strenge regels gebonden. De milieu-inspectie en politie houden controles. Bij transport zonder goede vrachtbrieven of gevaarsymbolen op het voertuig kan dat wel eens negatief uitpakken. Ook opslag in een magazijn op een houten pallet is niet akkoord, denk dan aan brandkasten met lekbak.
Wat staat in het Arbobesluit over onderwerpen en specifieke doelgroepen?
Op grond van het Arbobesluit moet aan een aantal onderwerpen en specifieke groepen werknemers in de RI&E aandacht worden besteed. Deze onderwerpen kunnen bovendien in een verdiepende RI&E verder uitgewerkt worden.
Het gaat om deze onderwerpen (met daarachter het artikel in het Arbobesluit vermeld):
- Jeugdigen (artikel 1.36);
- Zwangere werknemers (artikel 1.41);
- Psychosociale arbeidsbelasting (artikel 2.15);
- Voorkoming en beperking van zware ongevallen met gevaarlijke stoffen (artikelen 2.2 t/m 2.5b);
- Explosieve veiligheid (artikel 3.5c);
- Gevaarlijke stoffen in het algemeen (artikel 4.2);
- Aanvullende registratie gevaarlijke stoffen (artikel 4.2a);
- Kankerverwekkende of mutagene stoffen en kankerverwekkende processen (artikel 4.13)
- Biologische agentia (artikelen 4.85 en 4.97);
- Fysieke belasting (artikel 5.3 b);
- Beeldschermwerk (artikel 5.9);
- Lawaai (artikel 6.7);
- Trillingen (artikel 6.11b en 6.11c),
- Kunstmatige optische straling (artikel 6.12d);
- Elektromagnetische velden (artikel 6.12k);
- Persoonlijke beschermingsmiddelen (artikel 8.2).
Andere onderwerpen: PSA, V&G, thuiswerken
Je kunt er ook voor kiezen om voor andere onderwerpen een verdiepende RI&E op te stellen, bijvoorbeeld als het gaat om Psychosociale Arbeidsbelasting (PSA). Je kunt daarvoor gebruikmaken van verschillende tools zoals de NOVA-WEBA vragenlijst van TNO of de Quick Scan Werkdruk van FNV.
Ook een Veiligheids- & Gezondheidsplan (V&G-plan) is een voorbeeld van een verdiepende RI&E. Een V&G-plan wordt opgesteld als op een bouwlocatie meerdere hoofd- en onderaannemer(s) samenwerken. Hierin wordt opgenomen welke veiligheidsmaatregelen zij treffen om de veiligheid van de werknemers te waarborgen. Ook functie-RI&E’s, Taak Risico Analyses, Machine-RI&E‘s, Object-RI&E’s zijn voorbeelden van verdiepende RI&E’s.
Ook voor medewerkers die thuis of op een andere werkplek (beeldscherm)werk verrichten, moeten de arborisico’s in kaart gebracht worden. De IMA heeft daarvoor bijvoorbeeld een nieuwe module: Module 2.9 Thuiswerken.
Toetsing van de RI&E
Nadat de RI&E is uitgevoerd, dien je deze in veel gevallen te laten toetsen.
Heeft jouw organisatie maximaal 25 werknemers en maak je gebruik van de branche-RI&E Schoonmaak? Dan kom je in aanmerking voor de toetsingsvrijstelling en hoeft de RI&E niet getoetst te worden.
Bij meer dan 25 medewerkers is de toetsing verplicht. Alleen Arbo Kerndeskundigen mogen een RI&E toetsen. Zij bekijken hoe de RI&E is uitgevoerd, of het plan van aanpak volledig is en of de voorgestelde maatregelen het gewenste effect zullen opleveren. Zij beschikken over specialistische kennis. Maar dat kost geld. Wat men zelf kan doen, is dus de eerste besparing. Niets doen is geen optie!
Juridisch: alle verplichtingen gelden ook voor verdiepende RI&E
De verdiepende RI&E heeft an sich geen wettelijke basis (en wordt ook niet benoemd in de Arbowet of het Arbobesluit). De wet maakt geen onderscheid in de verschillende soorten RI&E’s.
Zoals hierboven beschreven, wordt een verdiepende RI&E veelal vanuit praktisch oogpunt opgesteld. Juridisch gezien vallen beide RI&E’s onder artikel 5 van de Arbowet, dat bepaalt dat alle risico’s schriftelijk moeten worden geïnventariseerd en geëvalueerd. Alle verplichtingen die gelden voor de ‘gewone’ RI&E gelden dus óók voor de verdiepende RI&E. De verdiepende RI&E dient dus óók up-to-date gehouden te worden én getoetst te worden door een gecertificeerd arbo-deskundige (art. 14 lid 1 onder a Arbowet).
Oók het sanctiebeleid is onverkort van toepassing op de verdiepende RI&E. Dit betekent concreet dat wanneer de Inspectie SZW vindt dat de RI&E onvolledig is doordat een bedrijf heeft nagelaten de arbeidsrisico’s te onderzoeken (onder het mom van ‘die verdiepende RI&E komt er wel een keer’) er een waarschuwing gegeven kan worden of een boete.
Bedrijven doen er daarom goed aan óók aandacht te besteden aan de verdiepende RI&E’s en die niet te lang op de plank te laten liggen.
Conclusie
Met het invullen van een branche RI&E ben je er (nog) niet. Kijk goed rond in je bedrijf maar ook daarbuiten. Maak verdiepende RI&E’s waar nodig. Sla dit onderdeel niet over! De effecten van verkeerde opslag van gevaarlijke stoffen en brand zijn al vaak in het nieuws geweest. Ook de verschillende ongelukken met diverse aflopen bij glazenwassers en gevelreinigers zijn bekend bij iedereen.
Gebruik wat voorhanden is aan informatiemateriaal. Ga het gesprek aan met de arbodienst of arbo-arts. Maar ook de Hogere Veiligheidskundige (HVK) is erg nuttig. Deze persoon is breed opgeleid vaak gespecialiseerd in diverse onderwerpen. Te duur? Laat dan een MVK het voorbereidende werk samen met jou doen en laat dat toetsen door een ARBO Kerndeskundige.
Maurice Rutgrink, Middelbaar veiligheidskundige, Rutgrink Consultants.