Ten eerste is het natuurlijk van groot belang om de algemene maatregelen van het RIVM te volgen die gelden om verspreiding van het coronavirus te voorkomen. Een opfrissertje.
Algemene maatregelen tegen coronavirus:
- Houd 1,5 meter afstand van anderen
- Was vaak en goed je handen met water en zeep
- Als je klachten hebt, blijf je thuis en laat je je testen
- Zorg voor voldoende frisse lucht
Daarnaast gelden voor basisscholen nog een paar specifieke algemene regels. Namelijk:
- Leerlingen van groep 6, 7 en 8 dragen een mondkapje op de gang. Medewerkers ook.
- Onderwijspersoneel en leerlingen van groep 6, 7 en 8 doen 2x per week een coronazelftest.
Basisscholen schoonmaken is een vak apart
Maar daarmee garandeer je nog geen hygiënische en veilige basisschool. Het schoonmaken van basisscholen is namelijk een vak apart, zo concludeerdeService Management al eens na gesprekken met experts. Het schoonmaken van scholen is onder meer vanwege de afwijkende omstandigheden en diversiteit aan te reinigen ruimten lastig. Daarnaast hebben de meeste basisscholen volgens de GGD ook nog eens een achterstand als het gaat om gestructureerde schoonmaak.
Het primair onderwijs kent haar eigen uitdagingen op het gebied van schoonmaak en hygiëne. Zo vergen de vloeren in basisscholen extra aandacht. Enerzijds doordat er een stuk meer vuil naar binnen wordt gelopen, bijvoorbeeld door een zandbak op de speelplaats. Anderzijds is vloeronderhoud extra belangrijk omdat kinderen in de onderbouw nog vaak op grond spelen. Ook stoffige en vieze klaslokalen zijn een veelvoorkomend probleem.
Handhygiëne lastig op basisscholen
Verder bleek uit onderzoek van Essity dat toiletten vaak zodanig vies zijn, dat het klachten regent. Het is zelfs zo erg, dat kinderen proberen de toiletten te vermijden en liever hun plas zolang mogelijk ophouden.
Daar komt bij dat kinderen hun handen vaak niet goed (kunnen) wassen, concludeert het RIVM na interviews met GGD'en en basisscholen.
In het onderzoek genaamd 'Wel je handen wassen hè?', worden de volgende redenen genoemd voor de slechte (hand)hygiëne op basisscholen:
- Sanitaire voorzieningen: Toiletruimtes zijn vaak verouderd waardoor het er onaangenaam ruikt of vies is. Vloeibare zeep en papieren handdoekjes zijn er niet altijd, zeepdispensers zijn moeilijk in te drukken en wasbakken zijn vaak te laag en drogers te hoog.
- Kennis en bewustzijn: Kennis over het hoe en wanneer de handen te wassen is er vaak wel, maar men is zich onvoldoende bewust van het belang ervan. De risico’s worden regelmatig onderschat.
- Tijd: Leerlingen zijn vaak ongeduldig en gehaast waardoor ze niet (zorgvuldig) hun handen wassen. Docenten hebben geen tijd om erop toe te zien dat leerlingen hun handen (zorgvuldig) wassen.
- Educatie en reminders: Er wordt geen aandacht besteed aan (hand)hygiëne in het lesprogramma.
- Schoonmaak (budget): Basisscholen hebben vaak beperkt budget beschikbaar voor schoonmaak.
Begin met een schoonmaakschema
Aan de basis van een schone school staat een schoonmaakschema, stelt de GGD. In de whitepaper Gezond op School van brancheorganisatie Schoonmakend Nederland wordt uitgelegd wat er in zo’n schoonmaakschema moet staan: Wie doet wat, wanneer en hoe?
Zo staat van elk gebouw en van elke ruimte beschreven wat (ramen, vloeren, speelgoed, vergaderruimten, lesboeken) op welke manier (droog, nat, stofwissen, stofzuigen, met of zonder reinigingsmiddelen) wordt schoongemaakt. Maar ook hoe vaak: dagelijks, een paar keer per week, elke maand of alleen in vakanties. En door wie? Wat doen de leraren en leerlingen en wat doet de schoonmaker? Belangrijk is natuurlijk wel om je ook daadwerkelijk aan dit schema te houden.
Belangrijke algemene aandachtspunten (niet corona-specifiek) om niet te vergeten in het schoonmaakschema zijn:
- Looproutes
- Vloeren onder tafels
- Ventilatieroosters
- Maandelijks de knutselwerkjes wegdoen (ivm stof)
- Planten stof- en schimmelvrij houden
Tekst gaat hieronder verder
Kritische contactpunten in kaart brengen
Maar ook daarmee ben je er nog niet, helemaal niet in het huidige corona-tijdperk. Volgens de Handleiding voor hygiëne op scholen van de NVZ vereist een goede hygiëne naast het regelmatig wassen van handen, het in kaart brengen van de kritische contactpunten. Om deze vervolgens te reinigen en wanneer nodig, te desinfecteren. Want let op: desinfectie heeft geen enkele zin als er niet eerst goed is schoongemaakt en het continu desinfecteren van complete schoolgebouwen is al helemaal zinloos.
Desinfectie heeft geen enkele zin als er niet eerst goed is schoongemaakt
Dit betekent dat er vooral gelet moet worden op oppervlakken en objecten die vaak in contact komen met de handen van leerlingen, leraren, ouders en medewerkers. Belangrijk is dat het juiste reinigingsmiddel juist wordt toegepast en dat deze contactpunten regelmatig worden gereinigd. Voor grote oppervlakken kan de inzet van schoonmaakmachines veel tijd besparen, stelt de NVZ.
Voorbeelden van kritische contactpunten op school
Geen idee wat de kritische contactpunten op jouw basisschool zijn?
Denk in elk geval hieraan:
- Stoelen
- Tafels en bureaus
- Deurklinken (van bijvoorbeeld klaslokalen, kasten, de toiletten)
- Dispensers (van bijvoorbeeld zeep, handdoekjes en wcpapier)
- Toiletten
- Computers met toebehoren (denk aan toetsenbord, muis, knopjes, koptelefoons)
- Speelgoed, spelletjes en knutselspullen
- Lichtschakelaars
- Puntenslijpers
- Kranen
- Gymtoestellen
RIVM hygiënenormen
RIVM heeft in 2016 hygiënenormen opgesteld voor het goed schoonmaken in basisscholen. Vooral de richtlijnen wat betreft desinfectie in schoolgebouwen zijn goed om nog even te herhalen.
Een overzicht:
- Desinfecteer alleen met middelen die zijn toegelaten door het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb)
- Huishoudchoor (bleekwater) mag niet worden gebruikt om te desinfecteren. Het product is instabiel en niet toegestaan als desinfectiemiddel
- Nogmaals: desinfecteer alleen als er éérst is schoongemaakt. Desinfecterende middelen werken onvoldoende als iets nog vuil is
- Volg altijd de gebruiksaanwijzingen van het desinfectiemiddel op
- Laat wat gedesinfecteerd is goed drogen aan de lucht
- Draag bij het desinfecteren altijd handschoenen van nitril of latex die voldoen aan de NEN Nederlandse norm over informatiebeveiliging in de zorg normen en was de handen na afloop met water en zeep
Schoonmaakkwaliteit controleren
Het is belangrijk om met elkaar (basisschool en schoonmaakbedrijf) goed af te spreken wanneer iets schoon is. Voor esthetische aspecten, zoals een beetje stof bovenop een kast of in de gang, is het misschien minder belangrijk om strikte afspraken te maken. Voor bijvoorbeeld het sanitair is het wel verstandig om strengere normen af spreken.
“Strenge controles op het schoonmaakbedrijf heeft niets te maken met wantrouwen”.
Wat technisch gezien wel of niet schoon is, daar zijn algemeen geldende normen voor. Het is dan ook een goed idee om regelmatig kwaliteitscontroles (zoals de VSR-DKS) uit te laten voeren. Zoals de GGD zegt: “Strenge controles op het schoonmaakbedrijf heeft niets te maken met wantrouwen”. Een schone school is gewoon belangrijk. Helemaal nu.
Zo heeft de VSR een indicatief meetsysteem speciaal voor het primair onderwijs (impo) ontwikkeld. Met dit systeem wordt op eenvoudige wijze gecontroleerd of de technische schoonmaakkwaliteit, zoals omschreven op de schoonmaakkaart, wordt nagekomen. De controle resulteert in een voldoende of een onvoldoende.
Schoon gedrag van schoolgebruikers stimuleren
De schoonmaak op school kan nog zo goed in orde zijn, maar als de gebruikers (leerlingen én leraren) zich niet ‘schoon’ gedragen, dan is er haast geen beginnen aan. Op school heeft de leerkracht de rol van opvoeder. Samen met ouders spelen leerkrachten dan ook een belangrijke rol in de vorming van het kind. Het kan dus zeker een goed idee zijn om de leerlingen het één en ander bij te brengen over schoon gedrag en toilethygiëne.
Niet iedereen is het daar trouwens mee eens, want uit onderzoek van Essity blijkt dat een groot deel van de leraren vindt dat het de taak van de ouders is om hun kinderen te leren om hygiënisch naar het toilet te gaan.
Basisregels over schoon(maak) hanteren
Of het nu een kwestie is van opvoeding of niet, belangrijk is wel om in elk geval drie ‘schoon’ regels voor de kinderen te hanteren. Aandacht vragen voor voeten vegen, de wc netjes achterlaten en samen opruimen is heel normaal.
‘Schoon’ regels voor leerlingen:
- Handen wassen nadat je naar de WC bent geweest of geknutseld hebt, en voordat je gaat eten of drinken
- Ruim je eigen rommel op, gooi niets op de grond
- Voeten vegen als je binnenkomt
Als je verder wilt gaan dan alleen een paar basisregels, dan kun je leerlingen gaan voorlichten over schoonmaak en hygiëne. Bijvoorbeeld door een lesprogramma hierover te implementeren of door gedragsbeïnvloeding in zetten. Ook de leraren zelf kunnen regelmatig spelenderwijs aandacht besteden aan schoon gedrag en zo de leerlingen inzicht geven in oorzaak en gevolg. Bijvoorbeeld door tijdens een kring een prentenboekje voor te lezen over een schoon-onderwerp.
En als laatste: blijf communiceren!
En als laatste: communicatie is uitermate belangrijk voor een schone school. En dat geldt voor alle kanten: communiceer tussen schoolleiding, leraren, ouders én schoonmaakbedrijf. Dus als schoolleiding zijnde: onderstreep jullie intentie om de schoon school en hygiënisch te houden richting de ouders en communiceer in heldere taal over het schoonmaakbeleid. Hoe staat het daarmee? Wat doen jullie allemaal? Wat zijn do’s en dont’s voor ouders en kinderen?
Zorg dat leraren weten wat er van hen verwacht wordt en wat zij kunnen verwachten van het schoonmaakbedrijf.
Communiceer ook goed met de leraren. Enerzijds omdat zij vaak beter weten wat er in de praktijk gebeurt en zien wat goed en fout gaat. Door te communiceren kan daar beter en sneller op worden ingegrepen. Zorg er ook voor dat de leraren goed op de hoogte zijn van gemaakte afspraken. Zodat ze duidelijk weten wat er van hen verwacht wordt en wat zij kunnen verwachten van het schoonmaakbedrijf en de schoolleiding.
En natuurlijk niet te vergeten: de communicatie tussen schoonmaakbedrijf en school. Daarbij gaat het niet alleen om continue wederzijdse afstemming, maar ook om de gezamenlijke dialoog. Een schone school is immers een samenspel en een gezamenlijke verantwoordelijkheid.