“Op het toilet laten mensen werkelijk alles liggen”, zegt ze nog steeds vol ongeloof. “Maandverband, de grote boodschap, braaksel, plas, diarree, bevuild ondergoed, bloed, alles. Als ik dit soort viezigheid aantref, denk ik: ik haat mijn leven, waarom doe ik dit werk?” Ze lacht erbij als een boer met kiespijn. “De mensen die het toilet zo achterlaten, hebben thuis geen opvoeding gehad”, vermoedt Benyahia. “Anders gedraag je je niet zo.” Ze wacht even en zegt dan: “Kleuters laten een toilet nog schoner achter dan studenten.”
Spic en span voor de nieuwe dag
Wanneer de meeste studenten en medewerkers zich nog een keer omdraaien, is Benyahia al uit de veren om de universiteit spic en span op te leveren voor de nieuwe dag. Ze begint om zes uur en is meestal weer uit het zicht verdwenen wanneer het drukker wordt op de campus. Dat mensen haar niet altijd zien, heeft ook een nadeel. “Studenten denken dat het vanzelf schoon wordt. Ze laten troep achter, omdat het toch wel wordt opgeruimd. Ik snap echt niet waarom je appels en bananenschillen op de grond gooit, want overal op de campus staan prullenbakken.” Ook moet haar nog iets anders van het hart. “Mensen denken dat wij schoonmakers minder zijn. Dat is niet zo. Niet iedereen kan schoonmaken, daar moet je slim voor zijn.”