Onder leiding van moderator Paul Harleman (Application Manager bij Vileda Professional) gingen Marcel Kolkman (Key Account Manageger bij Tork), Niels van den Berg (CEO van CleanJack) en Peter Kwestro (Global Business Developmet Director bij Gaussian Robotics) over dit onderwerp in gesprek.
We staan nog maar aan het begin van robotisering
“De ontwikkeling van robots gaat enorm hard. En door zaken als Artificial Intelligence, machine learning en kwantumcomputers gaat het alleen nog maar sneller. Wat kunnen we verwachten op het gebied van schoonmaakrobots”, trapte Harleman de discussie af. Kwestro: “Op dit moment worden robots vooral ingezet als een geautomatiseerde tool. AI en data worden steeds belangrijker. We gaan naar een situatie toe waarbij een robot zelf ziet wanneer een oppervlakte vies is, daar zelf heen rijdt, dat schoonmaakt en dan weer terugkeert naar zijn docking station. De toekomst ligt ook in robots die zichzelf kunnen onderhouden en klaarmaken voor het werk. Op dit moment voeren schoonmaakrobots de repetitieve werkzaamheden uit. Allicht dat het in de toekomst wat ingewikkelder werk over kan nemen. We staan nu nog maar een het begin van robotisering. Maar ik geloof wel dat een robot altijd zal blijven functioneren als ondersteuning en als hulpmiddel. Waarbij de mens de regie voert.”
We hebben straks een robot die zelf ziet wanneer iets vies is, daar zelf heen rijdt, dat schoonmaakt en dan weer terugkeert naar zijn docking station
Kolkman voegt daaraan toe: “Verandering is voor veel mensen beangstigend. We blijven liever vasthouden aan wat we al kennen. Als je het mij vraagt hebben robots binnen vijf jaar meer features, maar inderdaad wel als complementair aan schoonmaakmedewerkers. Die menselijke aspecten zullen altijd nodig blijven.” Van den Berg: “Het is niet de vraag óf robotisering zich verder gaat ontwikkelingen, maar vooral hoe snel het zal gaan.”
Uitdagingen: tijd, communicatie en investering
Die angst voor verandering is volgens Kolkman misschien wel de grootste uitdaging op het gebied van robotisering. “Mensen moeten hun manier van werken aanpassen. Daarvoor moeten ze willen veranderen en moeten ze inzien dat dat ook nodig is. Je kunt een nieuwe technologie dan ook het beste in kleine stapjes implementeren. Tijd is een belangrijke factor. Want echte verandering heeft tijd nodig.”
Van den Berg ervaart andere uitdagingen. “Communiceren over de implementatie van een technologie is erg belangrijk. Maar dat kan best lastig zijn in een bedrijf waar iedereen een andere achtergrond heeft en waar taalbarrières een rol spelen. Daarnaast zijn ook de kosten een belangrijk aspect. De schoonmaak is een zeer competitieve markt met kleine marges. Er wordt dus goed nagedacht over investeringen. We moeten een manier vinden waarop digitale en software oplossingen voor iedereen betaalbaar wordt, ook voor de kleinere schoonmaakbedrijven.”
De toekomst ligt in slimmer schoonmaken
Gaan we richting een toekomst waar technologie vóórkomt dat iets vies wordt, in plaats van het schoon te maken, vraagt Harleman zich af. “In bepaalde sectoren is hier al aandacht voor”, begint Kwestro. “Bijvoorbeeld in de foodindustrie of in cleanrooms. Maar ik geloof niet dat dit de norm wordt. We zijn allemaal mensen en mensen maken fouten, mensen knoeien, kruimelen en smeren. In kantoren, scholen of andere openbare gebouwen kun je nooit voorkomen dat iets vuil wordt. En volgens mij moet je dat ook niet willen, zo’n steriele omgeving. De toekomst ligt meer in slimmer schoonmaken. Alleen schoonmaken daar waar dat nodig is, met behulp van data.”
Datadriven schoonmaak maakt de branche veel transparanter. Er is nooit meer twijfel mogelijk of iets wel of niet is schoongemaakt
Wie is de eigenaar van data?
Over data gesproken: wie is eigenlijk de eigenaar van data die sensoren in gebouwen verzamelen? Kolkman: “Dat is een vraag die veel mensen stellen. In principe gaat het vooral om degene die het contract afsluit. Was dat het schoonmaakbedrijf of de gebouweigenaar?” Van den Berg: “Juridisch gezien heeft data geen eigenaar. Zoals een fiets of een huis dat wel heeft. Het hangt af van wat er wordt afgesproken met de klant. Wij spreken bijvoorbeeld met al onze klanten af dat zij eigenaar van de data zijn en dat wij het alleen maar verwerken. Waarbij wij de veiligheid van die data borgen en zorgen dat er niemand ander bij kan. Dat zijn belangrijke onderwerpen waar je onderling goede afspraken over moet maken met de klant.”
Datadriven schoonmaak: efficiënter, veiliger en transparanter
Datadriven schoonmaak is de toekomst en door de coronacrisis wordt dat extra versneld. “Schoonmaakbedrijven hebben door de pandemie te maken met hogere hygiënestandaarden en meer werkzaamheden”, zegt Kolkman. “Het plannen van werkzaamheden op basis van data biedt daarin een uitkomst. Daardoor ben je efficiënter, waardoor je meer tijd overhoudt. Bijvoorbeeld om cruciale contactvlakken vaker schoon te maken. Daarnaast kun je door middel van data ook aan je opdrachtgever bewijzen dat je goed werk aflevert en dat jij positief bijdraagt aan de hygiëne. Uiteindelijk worden de schoonmaakbedrijven daarvoor beloond. De klant is blij, de gebouwgebruikers voelen zich veilig en de medewerkers weten dat hun werk zinvol is.”
Kwestro voegt daaraan toe: “Datadriven schoonmaak maakt de branche veel transparanter. Er is nooit meer twijfel mogelijk of iets wel of niet is schoongemaakt. Je hebt het zwart op wit.” Nog een slimme toevoeging van Kolkman: “Schoonmaakbedrijven verzamelen steeds meer data, maar je moet daar natuurlijk ook wel wat mee gaan doen.”
Robots zullen nooit de schoonmaker vervangen
Tijd voor de laatste vraag: worden schoonmaakmedewerkers overbodig en vervangen door robots? Het antwoord is unaniem: nee. “Robots nemen het werk niet over, maar veranderen het werk”, zegt Kwestro. “Technologie brengt nieuwe banen met zich mee. Een schoonmaker hoeft niet meer urenlang op een opzitter te zitten, maar wordt een operator van misschien wel drie of vier schoonmaakrobots. Het werk wordt beter en geeft meer voldoening. De robot helpt schoonmakers hun werk efficiënter te doen. Maar we zullen altijd schoonmaakmedewerkers nodig hebben. Zij zijn het brein en de specialist.”
De robot helpt schoonmakers hun werk efficiënter te doen. Maar we zullen altijd schoonmaakmedewerkers nodig hebben.
Kolkman: “Daarnaast houden mensen van interactie en van contact. Daarom zien we ook steeds meer een verschuiving naar dagschoonmaak. De klant wil dat contact met de medewerkers. Natuurlijk zijn sensors, data en robots belangrijk, maar het zal nooit de mens vervangen. Het neemt alleen het saaie, repetitieve werk uit handen zodat wij werk kunnen doen waar we goed in zijn én wat we leuk vinden.”
Lees meer over de Interclean Amsterdam Online:
- Interclean Amsterdam Online Dag 3: awards, presentaties en Q&A’s
- Interclean Amsterdam Online Dag 2: Over handhygiëne en hotelschoonmaak
- Interclean Amsterdam Online 2020 van start
- Healthcare Cleaning Forum: meet kwaliteit van cruciale hygiëne in zorg
- Interclean: Leobot overall winnaar, Tork wint visitors choice award