Crisistijd benutten
Nu toeristen nog wegblijven en veel hotelkamers leeg zijn, is er vooral in Amsterdam en omgeving ook veel minder werk voor schoonmakers. Velen van hen zijn de Nederlandse taal niet goed machtig. CNV Vakmensen wil daarom dat schoonmaakbedrijven deze crisistijd benutten om schoonmakers de gelegenheid te geven om zich bij te spijkeren in de Nederlandse taal.
De bond heeft schoonmaakbedrijven in de Amsterdamse toeristensector gevraagd om hier actie op te ondernemen, waaronder CSU, EW Facility Services, Hotelsource, GOM Schoonhouden, Jaquet en De Groot, Check in Cleaning en The Omni Group.
Kwetsbaar voor uitbuiting
CNV Vakmensen vindt het belangrijk dat schoonmakers zich in het Nederlands kunnen redden. Maas: “Als je de Nederlandse taal niet goed beheerst, is het ingewikkeld om voor je rechten op te komen en ben je kwetsbaar voor uitbuiting. Dat blijkt ook wel uit onderzoek van de Inspectie SZW en uit de vele signalen die we binnenkrijgen over onderbetaling, vooral uit de hotelschoonmaak.”
In totaal 2 miljoen euro beschikbaar
Schoonmakers die nog geen of onvoldoende Nederlands spreken, kunnen onder werktijd een taal- of schrijftraject volgen. Werkgevers krijgen voor elke deelnemer die zich aanmeldt een tegemoetkoming van 3.500 euro. Via het sectorfonds in de schoonmaak is hiervoor in totaal 2 miljoen euro beschikbaar. “Mocht dat niet voldoende zijn, dan gaan we kijken of we meer geld kunnen vrijmaken”, zegt Maas. In 2019 hebben 500 schoonmakers een taal- of schrijftraject afgerond. Schoonmakers die komende tijd graag een taaltraject willen doen, kunnen dit aangeven bij hun werkgever of bij CNV Vakmensen.