In Nederland zijn in dichtbebouwd stedelijk gebied plasgelegenheden te vinden in een horecagelegenheid, een bibliotheek, een stationsgebouw of een tankstation. Dit maakt vooral vrouwen voor een volkomen natuurlijke behoefte onnodig afhankelijk van anderen. Ze moeten eerst een kop koffie drinken, om een sleutel vragen, naar muntgeld zoeken of een betaalkaart bij zich hebben. En na sluitingstijd is het over en uit. Vrij toegankelijke toiletten zijn in de Nederlandse openbare ruimte een zeldzaamheid. Voor heren is het niet veel beter. Sinds enige tijd is het openluchturinoir, de zogeheten plaskrul, niet meer beschikbaar. Maar, als niemand kijkt, doen net als voorheen een boom, een muurtje of een heg dienst. Dames zien uit naar een struikgewas waar ze zich achter verschuilen. Achter bosjes in stadsparken of het openbare kijkgroen, bij parkeerplaatsen, speelplaatsen voor kinderen, sport- en picknickplaatsen zijn stukjes toiletpapier hiervan de stille getuigen.
Waardoor lukt het in Japan wel?
Hoe anders is het in Tokyo. Daar bevindt zich op elk station, vaak zelfs op de perrons, een gratis openbare toilet. Door de uitstekende organisatie van de publieke spoorwegvoorzieningen bespaart de private spoorwegvervoerder een veelvoud aan toilethokjes in de voertuigen, schoonmaakkosten, toezicht en zwartrijden. In Nederland noemen we dat een win-winsituatie.
Japan bestaat voor een groot gedeelte uit ontoegankelijk natuurgebied. Het schaarse cultuurgebied bevindt zich in de valleien en kustgebieden. De stedenbouwkundige structuren zijn ontstaan door het eeuwenlange herrijzen uit de puinhopen van veelvuldige aardbevingen, tsunami’s en vulkaanuitbarstingen. Systemen loskoppelen vergroot de overlevingskansen bij natuurrampen. Daarom is de bebouwing geparcelleerd. Ook zijn veel kabels en leidingen bovengronds, terwijl de bodem in beslag is genomen door reusachtige aardbevingsbestendige funderingen en ingenieuze grondwatersystemen. Deze infrastructuur is, mede door de herhaalde wederopbouw na natuurrampen, ver doorontwikkeld. De infrastructuur, nodig voor een openbaar toilet is daarbij vergeleken een kleinigheidje, en passant meegenomen.
Buitenshuis leven
Het leven in een stad als Tokyo speelt zich vooral buitenshuis af. Bewoners brengen hun tijd door op kantoor, in subways, op stations en in de daarmee verweven shopping malls, snackbars en eetcafés. Bij mooi weer zijn ze in de pauzes te vinden op bankjes in de stadsparken en stadstuinen, langs rivieren en kanalen. Deze openbare ruimte is toneel van het collectieve dagelijkse leven van de bevolking.
De van oudsher boeddhistische inslag vraagt beleefdheid, of voor wie dat niet vanzelfsprekend is, een set afspraken om die gezamenlijke ruimte leefbaar te houden. Zoals: je zadelt de ander niet op met je afval. Een schone voorziening op openbare plaatsen voor de excreties van de menselijke soort past naadloos in deze houding. Vandalisme is hier ondenkbaar.
Zo is in Tokyo overal wel op loopafstand een openbaar toilet te vinden, variërend van enkele minuten tot een kwartier lopen. Deze openbare toiletgebouwen bestaan al tientallen jaren. Het stedelijke weefsel is door de architectonische renovaties versterkt. Daarbij zijn meteen de vooroordelen die een acceptabel functioneren in de weg staan, onder meer stank en onveiligheid, weggewerkt.
Toiletgebouw door Tadao Ando in Jingu-Dori Park
Het toiletontwerp van Tadao Ando in Jingu-Dori Park is een treffend voorbeeld van het opwaarderen van een stedelijke buitenruimte. De combinatie van het toiletgebouw, geplaatst nabij een bushalte, met een omheind botanisch tuintje en speelplek, maakt het karakter van deze plek semiopenbaar. Ook menig taxichauffeur parkeert hier op de zesbaanse weg en gaat even in en uit. Niet gek gezien de ligging aan een trottoir nabij een grote kruising. Het ontwerp bestaat uit een cilinderische vorm gehuld in gemoffeld staal. Door een dubbele gelaagdheid zijn verschillende maten van beslotenheid mogelijk. Zo zijn de urinoirs door de opaque lichtdoorlatende lamellenpartij uit het zicht gehouden, maar is het fontein waar je handen kunt wassen juist goed zichtbaar. Licht en lucht hebben vrij spel door de verticale louvres rondom het gebouwtje.
De toiletten en de urinoirs voor mannen zijn gescheiden van die van de vrouwen. Interessant is dat bij het ontwerp rekening is gehouden met het gegeven dat zowel mannen als vrouwen voor kinderen zorgen. Zo zijn in beide toiletten kinderzitjes aan de wand bevestigd.
Het toiletgebouwtje wordt niet aan zijn lot overgelaten, maar is een verzorgde plek. Iemand opent de poort in het hek om zeven uur ‘s ochtends en sluit hem om elf uur ‘s avonds. Het gebouwtje wordt dagelijks schoongemaakt. Gereedschap en schoonmaakmiddelen zijn ter plekke opgeborgen in een kast. De entree van het toilet is ook overdag bewaakt door een camera en ‘s avonds goed verlicht.
Toiletgebouw door Junko Kobayashi onder de spoorlijn in Sasazuka Greenway
Junko Kobayashi heeft de bestaande toiletten onder de spoorlijn in Sasazuka Greenway vernuftig aangepakt. De toiletten zijn onopvallend gelegen naast een omheinde fietsstalling onder de spoorbaan aan de openbare weg. Vlakbij heeft de weg een aftakking onder het spoor door. Daar bevindt zich een terloopse ingang naar de spoorlijn. Het groepje van vijf toiletten verpakt Kobayashi in een cortenstalen omhulling en manoeuvreert deze handig om de bestaande spoorwegconstructie heen. Ze vergroot de herkenbaarheid van deze plek door enkele kindertoiletten toe te voegen buiten de rooilijn van de spoorbaan. Een uitkragende felgeel gekleurde luifel overdekt de afzonderlijke kindertoiletten en markeert het geheel. Daardoor is deze plek vanuit de verte langs de rechte spoorbaan te zien.
Toiletgebouw door Miles Pennington in Hatagaya
Aan een rustige kruising in de woonwijk van Hatagaya staat op de meeste hoeken een woongebouw. Een toiletgebouw op een van de hoeken van de kruising is daarom een complete verrassing. Ontwerper Miles Pennington heeft hier alle ruimte genomen, waarbij het toiletgebouw zich naar de kruising opent door een weelderig grote veranda met witte wanden en plafond. Eenmaal binnen zijn de toiletingangen onopvallend opgenomen in de vlakke wanden. Pennington ziet in de overmaat van deze voorruimte een kans voor het gebruik door omwonenden als expositieruimte of pop-upkiosk. De paradox is gewekt met een reeks spots in het plafond, die even zo goed beveiligingscamera's voorstellen. De openbaarheid van deze lege stedelijke ruimte wordt zo ter discussie gesteld. Een kunstwerk op zich.
Bron: de Architect