In al die jaren trok de beurs naar schatting meer dan een half miljoen specifiek in schoonmaak geïnteresseerde bezoekers. Daaronder vooral vanaf de jaren tachtig veel buitenlandse belangstellenden. De standoppervlakte steeg van 2.000 vierkante meter in 1967 naar maar liefst 70.000 vierkante meter in 13 hallen op de laatste fysieke editie in 2018.
Meer dan 600 leveranciers en distributeurs geven dit jaar acte de presence en zo’n 35.000 bezoekers van alle windstreken op aarde komen naar RAI Amsterdam voor de beurs.
Hoe begon het allemaal?
Maar hoe begon het allemaal? Halverwege de jaren zestig werd in Utrecht de Bouwbeurs georganiseerd waar – bij gebrek aan een specifieke schoonmaakbeurs – te midden van de bouwmaterialen ook leveranciers van vloeronderhoudsmachines als Taski, Wetrok, Clarke en Columbus-Dixon exposeerden. Dat was niet toevallig. Want in die jaren brak in de schoonmaak mechanische vloeronderhoud echt door. Maar tussen alle bouwelementen bleven deze exposanten een vreemde eend in de bijt.
In het begin vond de Interclean jaarlijks plaats
Daarop stelde de heer Van de Pasch van bureau Invas aan Amsterdam RAI voor elk jaar een specifieke schoonmaakbeurs te organiseren. Dat resulteerde december 1967 in de eerste Interclean. Onder die eerste 57 exposanten uit 1967 zaten overigens acht bedrijven die ook nu nog volop meedoen in de professionele schoonmaak: Alpheios, Ewepo (tegenwoordig opgenomen in Groveko), Flash, Hago, Hijman, Metternich/Spectro, Nilfisk en Vendor. In het begin vond de Interclean jaarlijks plaats: van 1967 tot 1969, waarbij het aantal bezoekers nooit boven de 3.000 kwam.
Internationalisering kwam op gang
Die frequentie was de exposanten te kostbaar, waarop er tot 1987 tweejaarlijkse edities volgden, allemaal met Jos van den Berg als beursmanager. In die periode explodeerden de aantallen bezoekers. De RAI brak door de 20.000 grens en begon ook een internationalisering. Tijdens de tiende Interclean – in 1983 – werden met 23.000 belangstellenden en een netto beursoppervlak van 22.000 vierkante meter alle records gebroken. In 2018 tikte het bezoekersaantal net niet de 35.000 aan. Globaal komen er tweejaarlijks zo’n 6.000 daarvan uit Nederland. Rob den Hertog, voormalig beursmanager: “Met die 6.000 belangstellenden zijn we de grootste schoonmaakbeurs in de Benelux.”
In Nederland is de schoonmaakinfrastructuur buitengewoon goed op orde
Sleutelwoorden voor dat internationale Nederlandse succes: goede (lucht)verbindingen, handelsgeest, talenkennis én ‘Amsterdam staat voor fun’. “Hier is de schoonmaakinfrastructuur buitengewoon goed op orde. Opleidingen, branche- en vakverenigingen, onderzoek en media zijn van hoog niveau. Kortom: als je in Nederland iets wilt weten over de branche, dan zijn er genoeg adressen. Aansluitend hieraan: in Nederland wordt heel goed schoongemaakt. We zijn een gidsland. Ten derde: Nederland is een distributieland. Als je kijkt naar de aanbieders van schoonmaakmiddelen en apparatuur dan zie je blokken in Noord-Amerika, Azië, Duitsland, Groot-Brittannië en Italië. Als je als fabrikant naar de wereld kijkt, zijn wij neutraal. Je hoeft hier dus je middelen en machines niet in het hol van de leeuw te vertonen.”
Tekst gaat verder onder de afbeelding
Samengaan (en uit elkaar gaan) met ISSA
Daarbij helpt dat we als Nederlanders over het algemeen Engels spreken en soms zelfs ook nog Frans en Duits en we met Schiphol en de treinverbindingen een uitstekende infrastructuur tot onze beschikking hebben. “De fabrikant met een keuze en vanwege de crisis een beperkt budget, zal zijn geld daar besteden waar hij de meeste bezoekers kan trekken. En dat is bij ons in Amsterdam.”
Eind jaren negentig werd de naam verbreed tot ISSA/Interclean, omdat Amsterdam RAI voor beurzen in de Verenigde Staten en Midden-Amerika ging samen werken met ISSA. Dat is een wereldwijde bundeling van 6.100 producenten, leveranciers en gebruikers van professionele schoonmaakproducten. Beide partijen gingen eind 2017 uit elkaar vanwege “uiteenliggende standpunten”. Daardoor werd het weer alleen Interclean.
Schoonmaakbedrijven haakten af als exposant
De vakbeurs in Amsterdam veranderde met ingang van deze eeuw, omdat de grote Nederlandse schoonmaakbedrijven vanaf 1996 afhaakten. Door het steeds internationaler wordende bezoekerspubliek werd het voor hen steeds minder interessant om deel te nemen met een stand. Bedrijven als Cemsto, Gom, Hago, Asito, CSU, VLS en Lavold stimuleerden het bezoek van vele honderden opdrachtgevers en medewerkers, die prompt wegbleven toen deze ondernemingen er vanaf 1998 als exposant de brui aangaven. Vandaag de dag zien we deze schoonmaakbedrijven als bezoekers op de beurs om zich te oriënteren op nieuwe ontwikkelingen en initiatieven.
Tekst gaat verder onder de afbeelding
Buitenlandse inbreng
Ook de Nederlandse handelsondernemingen die zich niet toeleggen op export zijn niet meer als exposant op de beurs te vinden. Met als gevolg dat de buitenlandse inbreng procentueel gezien nog meer toenam. Het gevolg is dat van de exposanten nu slechts circa 8 procent van Nederlandse origine is. Dit zijn de grote Nederlandse handelshuizen en fabrikanten die zich naast hun nationale tak ook hebben ontwikkeld buiten Nederland.
Het Nederlandse karakter van de Interclean mag dan afnemen, maar dat wordt volop gecompenseerd met een gevoel van trots op de faciliterende rol die de Nederlandse schoonmaak speelde bij het ontstaan van Interclean. Den Hertog tot slot: “Een branche die wereldwijd tot op de dag van vandaag vooroploopt met managementsystemen, opleidingen en bijdragen aan internationale congressen.”
Waar komt de naam Interclean vandaan?
De naam Interclean bestaat al sinds 1964. Dat is drie jaar vóórdat de inmiddels bekende schoonmaakvakbeurs voor de eerste keer in Amsterdam werd georganiseerd. De heer De Vlugt uit Amsterdam had in 1964 een financieel belang in een kleine schoonmaakonderneming die onvoldoende rendeerde. Daarop nam hij het besluit het bedrijf volledig over te nemen én onder een nieuwe bedrijfsnaam een frisse start te maken.
De naam Interclean bestond al vóór de bekende vakbeurs. Een schoonmaakbedrijf droeg deze naam al eerder.
In eerste instantie bedacht hij de naam Ariston: afgeleid van de Griekse god Aristos, die garant staat voor mooi, schoon en rein. Maar Ariston associeerde onvoldoende met schoonmaakdiensten. Daarop brainstormde hij met zijn vriend Jan Apetz – schrijver en cartoonist – met een borreltje in de hand over een betere naam: Interclean.
Drie jaar na het vastleggen van de naam Interclean kreeg directeur-eigenaar De Vlugt een telefoontje van een directielid van de RAI. Deze organisatie had – zonder de zelfgekozen naam te checken – een schoonmaakvakbeurs met de internationaal aansprekende naam Interclean bedacht en ook al het nodige drukwerk laten maken. Probleem? Niet echt. De heren Paulen en De Vlugt bleken goed met elkaar overweg te kunnen en tot geluk van Amsterdam RAI deed de eigenaar van de bedrijfsnaam niet moeilijk. De Vlugt gaf toestemming de naam van de vakbeurs te handhaven.
Geschreven door Dick van Zomeren voor Verleden, heden en toekomst van de professionele schoonmaak.