Verloop van personeel hebben wij gelukkig nauwelijks. Ons personeel is ons grootste kapitaal, dat beseffen we ons maar al te goed. Bij CSS behandelen we iedereen die bij ons werkt alsof het familie is. Wij geven onze medewerkers de persoonlijke aandacht die ze verdienen.
Schoonmaken is bij ons echt geen vies, zwaar en slecht betaald werk.
En die loyaliteit gaat verder dan een bloemetje voor de verjaardag. We doen onze uiterste best voor ze. Ze mogen hun werk op een prettige manier doen, zonder tijdsdruk en voor fijne opdrachtgevers. We bieden opleidingsmogelijkheden, investeren in de meest innovatieve en milieubewuste schoonmaakmiddelen en we betalen goed. Schoonmaken is bij ons echt geen vies, zwaar en slecht betaald werk. En we bieden legio uren aan onder schooltijd. Waar wringt de angel zou je zeggen?
Heeft schoonmaak een slecht imago?
Is het imago van de schoonmaakbranche an sich niet goed? Als ik uitga van het gebrek aan aanwas van jongeren in ons personeelsbestand, dan zou je dit wel gaan denken. Maar als je kijkt naar de leefwereld van dezelfde jongeren, overheersen er momenteel drie dominante thema’s: duurzaamheid, inclusiviteit en openheid.
Deze generatie verwacht een gelijkwaardige behandeling en het gevoel gehoord te worden. Ze hebben een toegenomen bewustzijn en verantwoordelijkheidsgevoel en willen de wereld graag een stukje beter maken.
Zonder schoonmakers staat alles stil en leven we in een grote puinhoop.
Ik denk dat wij hierin als schoonmaakbranche geen slechte match vormen, want zeker in het middenkader waarin wij ons bevinden, wordt het personeel (dat qua samenstelling een goede afspiegeling is van onze diverse samenleving), namelijk zeer zeker gezien en gehoord. En we zijn koploper in klimaatbewust schoonmaken en maken met ons werk de wereld ook nog eens een heel stuk mooier: want schoonmakers creëren iets. Een goed gevoel, rust in het hoofd en bovendien een gezonde, hygiënische werk- en leefomgeving. Zonder schoonmakers staat alles stil en leven we in een grote puinhoop. Dus toch weer de vraag: waarom is het zo moeilijk om jonge, nieuwe aanwas te vinden? Frustrerend.
Is het vangnet in Nederland te groot?
Terwijl ik wegens personeelsgebrek net ‘nee’ heb moeten verkopen aan een nieuwe opdrachtgever en mijn hoofd breek over hoe ik mijn zieke personeel moet vervangen bij een huidige klant (want nee, ook corona, griep en verkoudheid slaan ons niet over), gaat mijn telefoon.
Het is de aardige dame die op het punt stond bij ons een contract te tekenen. Misschien heeft ze nog wat praktische vragen, denk ik. Maar nee: ze heeft zitten rekenen en besluit van het contract af te zien. Ze blijft liever in de uitkering. Ze rekent me als een volleerd accountant alles voor en komt tot de conclusie dat ze met een uitkering en alle toeslagen die ze daar nog bovenop krijgt, het beste af is. Ik wens haar het allerbeste en probeer mijn teleurstelling te onderdrukken.
Werken loont (niet)
Ik kom uit een ondernemersgezin, ben opgegroeid met het idee dat werken loont. Qua voldoening én financieel. Maar blijkbaar is er in Nederland een dusdanig vangnet gecreëerd dat mensen niet meer hóeven werken. Niet voor het geld in ieder geval. Uit onderzoek blijkt zelfs dat ruim 100.000 Nederlanders liever een uitkering heeft dan werk. Als werken niet méér oplevert dan thuiszitten, omdat je dan gekort wordt op je toeslagen: Hoe moeten we deze groep dan prikkelen om in beweging te komen? Hebben wij als ondernemer de overheid niet nodig om dit beleid te veranderen?
Ik zak nog wat dieper in mijn stoel met het gevoel dat ik hier in mijn eentje niet tegenop kan boksen. Frustrerend.
Rogier Coppejans, CSS Schoonmaakdiensten